2616
post-template-default,single,single-post,postid-2616,single-format-standard,stockholm-core-2.4,select-theme-ver-9.6.1,ajax_updown_fade,page_not_loaded,paspartu_enabled,,qode_grid_1200,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive

Een vierbaans N201 door het midden van de Vechtstreek?

Naar aanleiding van ‘wikken & wegen-sessies’ over de toekomst van de N201, heeft de Vechtplassencommissie (VPC) haar zorgen geuit over de mogelijkheid dat de N201 zal worden opgewaardeerd tot een vierbaansweg. Zo’n ingreep past naar de mening van de VPC niet in het Groene Hart en kan worden beschouwd als een achterhaalde aanpak van de verkeersproblemen, gelet op o.a. de ontwikkelingen op het gebied van werken en mobiliteit.

De VPC: opwaardering tot een vierbaansweg is een ingrijpende maatregel die grote impact zal hebben op het Groene Hart. Daarbij zijn veel cultuurhistorische, landschappelijke en natuurbelangen in het geding. Die van:

• het in ontwikkeling zijnde natuurgebied Marickenland nabij Mijdrecht • de dorpskern van Vinkeveen • de Vinkeveense Plassen, van betekenis als onderdeel van het nationaal natuurnetwerk, landschappelijk en recreatief • Loenersloot • Vreeland • de Vecht • de Oostelijke Vechtplassen, van betekenis als onderdeel van het nationaal natuurnetwerk, grenzend aan Natura 2000-gebieden en landschappelijk en recreatief. Voor dit gebied is een Gebiedsakkoord in voorbereiding om de recreatie en natuurkwaliteiten op te waarderen.

Naast de schade aan cultuurhistorie, landschap en natuur betekent een vierbaansweg een (verdere) verslechtering van de leefomgeving en van het milieu. De geluidsbelasting zal aanzienlijk toenemen, allereerst door de aanzuigende werking van verkeer maar ook doordat het zeer waarschijnlijk is dat de rijsnelheid omhoog zal gaan. Bedenk daarbij ook dat een onverhoopte opwaardering met name wordt ingegeven door behoefte aan capaciteit voor vrachtverkeer dat éxtra geluidsoverlast met zich brengt. Bewoners in delen van het gebied ervaren de geluidsbelasting van de huidige N201 nu reeds als bijzonder hinderlijk. Daarbij is ook nog eens sprake van stapeling met geluidsoverlast van de luchthaven Schiphol. Toename van verkeer zal ook leiden tot meer uitstoot van schadelijke stoffen (fijnstof!) in het gebied.

De huidige N201 is een drukke weg, maar ook een parel in de hectische omgeving die goed past in het kleinschalige landschap van het gebied. Hij is open en in ons gebied zonder geluidsschermen waardoor het landschap te lezen blijft. Verbreding zou een onomkeerbare verhakseling van het gebied opleveren. De verbindingen van het gebied ten noorden en ten zuiden worden lastiger, gevaarlijker en scheppen een psychologische barriere.

Bovendien is er geen reden om aan te nemen dat het hierbij zou blijven. Bij de A2 hebben we kunnen zien dat afspraken van het Rijk met gemeenten over maximumsnelheid al na enkele jaren boterzacht blijken. En de stap van vier naar zes rijstroken is makkelijker gemaakt dan de nu voorliggende van twee naar vier. Geluidsoverlast zal de vraag naar geluidsschermen ontlokken en voor je het weet spreken we over de A201. We hebben gezien hoe dat is gegaan met de Gaasperdammerweg, nu A9.

Achterhaalde aanpak Het scenario van opschalen naar een vierbaansweg beschouwen we als een achterhaalde methode om met mobilteit om te gaan. Wij verwachten dat in het kader van het onderzoek naar de toekomst van de N201 de ontwikkelingen rond samenleving en economie nadrukkelijk zullen worden meegewogen. Wij noemen er een paar:

• Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt het mobiliteitsvraagstuk voornamelijk aangepakt met meer asfalt. Het lijkt erop alsof niet wordt ingezien dat niet alleen meer auto’s vragen om meer wegcapaciteit, maar dat dat leidt tot steeds meer auto’s. Je hoeft geen verkeerskunde te hebben gestudeerd om te zien dat de rigoureuze uitbreiding van de A2 heeft geleid tot een enorme toevloed van auto’s en een even groot aantal files als vóór de verbreding. Het is niet alleen zo dat de auto de voorkeur krijgt boven het OV, maar het wegenaanbod leidt er ook toe dat mensen verder weg van hun werk gaan wonen. De infrastructuur schept de vraag. Het patroon van verder asfalteren en toenemend autogebruik dient te worden doorbroken.

• Het is daarom geboden het mobiliteitsvraagstuk met een andere bril te beschouwen. Met een bril die zich realiseert dat de Randstad steeds meer de kenmerken vertoont van een groot stedelijk gebied. Een gebied dat –net als andere grote steden- vraagt om minder particuliere auto’s en meer snelle OV-verbindingen.

• Een bril die rekening houdt met het akkoord van Parijs en de noodzaak om het gebruik van fossiele brandstoffen in hoog tempo af te bouwen.

• Een bril die rekening houdt met razendsnelle technologische verbindingen. Wat betekent de geautomatiseerd bestuurde auto voor de wegcapaciteit? Een gelijkmatiger rijpatroon, een daardoor veel geringer energieverbruik, geringere onderlinge afstanden en minder ongevallen kunnen de capaciteit zeer vergroten, zeker ook voor het vrachtverkeer.

• Een bril die ziet hoe onze verhoudingen tot arbeid veranderen naar een diensten- en ideeëneconomie waarin wonen en werken steeds meer geïntegreerd raken. Waarin technologische mogelijkheden in communicatie de behoefte aan fysiek bijeen zijn doen afnemen. Hoeveel organisaties in deze regio hebben inmiddels vaste werkplekken verlaten en gekozen voor allerlei vloeibare constructies voor onderling ontmoeten werken waar je bent?

• Welke impulsen zijn er mogelijk in de richting van efficiënter vrachtvervoer, mede rekening houdend met de relatief geringe financiële bijdrage van het vrachtverkeer aan de algemene middelen?

Ons inziens is schade aan de genoemde kwaliteiten in het gebied slechts te voorkomen met een onwaarschijnlijk aantal infrastructurele kunstwerken. Is de toegenomen en nog toe te nemen verkeersdruk zo’n investering waard? Wij denken van niet.

Kortom: de Vechtplassencommissie is voorstander van het handhaven van de lokale en hooguit regionale status van de N201 en bepleit om dit als uitgangspunt te hanteren bij het onderzoek naar de toekomst van de weg.

Een eventuele omlegging van de N201 ten zuiden/zuid oosten van Hilversum heeft ook grote impact op landschappelijke en natuurwaarden. Onze zorgen daarover zullen wij bij de provincie Noord-Holland deponeren.