1657
post-template-default,single,single-post,postid-1657,single-format-standard,stockholm-core-2.4,select-theme-ver-9.6.1,ajax_updown_fade,page_not_loaded,paspartu_enabled,,qode_grid_1200,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive

Vechtdroom

Een zomerwandeling – gedroomd door Luuc Mur – zomer 2052 – op verzoek van de NMU – zie ook: http://jubileum.nmu.nl/ebook/#/2/

We lopen door Zuilen naar de Vecht. Het nieuwe elektrische openbaar vervoer heeft ons geruisloos naar Zuilen gebracht en vandaar willen we een wandeling gaan maken langs de Vecht. Als we doorlopen kunnen we Loenen wel halen. Veel maakt dat niet uit, overal kunnen we op de pendelbus stappen die ons naar een station brengt.

Het is een prachtige dag met heerlijk fris weer. We lopen langs de oostkant van de Vecht, het Zandpad is daar helemaal ingericht voor wandelaars en fietsers. Het oude jaagpad is in ere hersteld. Er rijdt zo nu en dan nog een auto langs als bestemmingsverkeer, maar de meeste bewoners maken gebruik van het pendelbusje die ze snel naar het openbaar vervoer brengt.

We lopen van Zuilen richting Maarssen. Van de ringweg merken we niets, tien jaar geleden is hij onder de Vecht doorgelegd. Het oude dorp Maarssen is op het eerste gezicht weinig veranderd de laatste tijd, maar schijn bedriegt. Ook deze huizen zijn nu allemaal energie-neutraal. Langs de kade liggen kleine, bij de Vecht passende bootjes. Voorbij Maarssen lopen we langs een brede berm. De berm staat in volle bloei, rode klaver en boterbloem worden afgewisseld met bloeiende grassoorten en gele ratelaar, er tussen staat een rietorchis. Langs de oever begint de gele lis te bloeien afgewisseld met valeriaan. We lopen richting Oudaen. Ons oog wordt getrokken door het water. Op het water beginnen de waterlelies te bloeien, samen met de gele plomp. Het water is prachtig helder. Fontijnkruiden en zelfs kranswieren beginnen al flink te groeien. Tussen de waterplanten is het één en al leven. Libellenlarven en allerlei torretjes scharrelen er rond.

Het prachtige kasteeltje Oudaen doemt voor ons op, goed zichtbaar van de weg. De hoge haag die er vroeger voor gestaan heeft is teruggebracht tot een redelijke hoogte, waardoor het kasteeltje weer goed zichtbaar is geworden. Kijkend over de Vecht naar het westen hebben we een open uitzicht over de polder Neermaten tot voorbij het druk bevaren Amsterdam-Rijn Kanaal. De rij windmolens die daar jaren lang heeft gestaan is opgeruimd, niet voor niets heeft het gebruik van zonne-energie de inefficiënte windmolens uit het landschap verdreven. We zien Nijenrode liggen, vroeger een universiteit, nu een centrum voor kunst en cultuur.

We beginnen dorst te krijgen en zijn aan rust toe. Dat is in Breukelen geen probleem. Op verschillende plaatsen liggen terrasjes aan de Vecht, waar het heerlijk toeven is en waar een kopje koffie uitstekend smaakt. We hebben zicht op de fraaie ophaalbrug van Breukelen. Om de beurt passeert hier het verkeer, dan van links dan weer van rechts. Het is er goed geregeld zodat de aanleg van een nieuwe brug, waar veertig jaar geleden over gekissebist werd, alleen maar geldverspilling zou hebben betekend. Na een halfuurtje stappen we weer op. We gaan op pad richting Nieuwersluis. Al lopend denken we nog even na over Breukelen. Het dorp heeft nu een prachtig centrum, de oude flats zijn opgeruimd.

Al wandelend komen we langs Nieuwersluis, vroeger werd dat gerelateerd aan gevangenissen voor soldaten of later voor boze vrouwen. Dat is veranderd sedert de oude gevangenis het nieuwe gemeentehuis van de gemeente ‘Hollandse en Stichtse Vecht’ is geworden. Bij de polder Mijnden kruist de Vecht het gebied van de Bleker-lijn, een deel van de Ecological Highway genoemd naar een staatssecretaris uit het begin van de eeuw die de durf had om te zeggen dat de ecologische hoofdstructuur niets was. Door zijn initiatief om de ecologische hoofdstructuur af te breken ontstond de mogelijkheid om de veel bredere en beter functionerende ecological highway te ontwikkelen. Dat we hier een ecological highway passeren is wel te zien, boven de Vecht vliegen de zwarte sterns op zoek naar een buit in de vorm van een visje of een libellenlarf. Ze nestelen volop in de polder hierachter. In de polder beginnen de kieviten zich alweer te verzamelen, het broedseizoen is afgelopen. Ze zijn de laatste weidevogels die er nog zijn. De honderden grutto’s zijn met hun jongen al vertrokken richting waddenkust. Door een verbeterd agrarisch beheer is de stand de laatste twintig jaar weer flink toegenomen.

We lopen flink door, na Loenen, met zijn scheve toren, gepasseerd te zijn naderen we Vreeland. De Provinciale weg loopt daar onder de Vecht door en daardoor hebben we een fraai uitzicht op de dubbele ophaalbrug. Daarachter staat het pendelbusje al te wachten. Het beeld van de dubbele brug herinnert ons aan de Vechtplassencommissie die honderd jaar heeft gestreden voor de waarden van de Vechtstreek, maar die in 2036 werd opgeheven omdat de overheid toen voldoende rekening hield met de kwaliteit van dit fraaie gebied.

Hollandse en Stichtse Vecht, 5 juni 2052

Geschreven namens de in 2036 opgeheven Commissie voor de Vecht en het Oostelijke en Westelijke Vechtplassengebied. (De Vechtplassencommissie).