Natura 2000-beheerplan voor de Oostelijke Vechtplassen

De provincies Noord-Holland en Utrecht hebben een Natura 2000-beheerplan opgesteld voor de Oostelijke Vechtplassen.

Het beheerplan staat op de website van de provincie en van 21 maart tot en met 1 mei kunnen zienswijzen worden ingediend.

De Oostelijke Vechtplassen zijn in 2013 aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied. De Natura 2000-gebieden in Nederland zijn onderdeel van een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze gebieden worden bepaalde unieke diersoorten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit te behouden.

Oostelijke Vechtplassen

Beschermmaatregelen

In het Natura 2000-beheerplan Oostelijke Vechtplassen staat beschreven welke maatregelen ter bescherming van de natuur worden uitgevoerd. Ook wordt hierin aangegeven welke voorwaarden er zijn om activiteiten te kunnen uitvoeren zonder vergunning. De maatregelen zijn voor een deel nodig om de negatieve effecten van stikstofneerslag tegen te gaan. Het gaat om beheer- en inrichtingsmaatregelen zoals het maaien van graslanden en het afplaggen van ongewenste vegetatie.

Ook gaat het om maatregelen om kwelwater beter te benutten en de waterkwaliteit te verbeteren. Tevens wordt vraat door ganzen en de rivierkreeften teruggedrongen. Ook wordt open landschap, natte rietmoerassen en waterriet hersteld ten behoeve van moerasvogels. Binnen de grenzen van Natuurnetwerk Nederland (NNN) worden gronden gebruikt om natuur te ontwikkelen.

Natura 2000

Karakteristiek aan de Oostelijke Vechtplassen is het veenlandschap met rijke veenmosrietlanden, moerasheide, nat schraalland, moerassen, rietlanden en hoog- en laagveenbossen. Het gebied is uniek door de aanwezigheid van zeldzame moerasvogels, watervogels, populaties van de Noordse woelmuis, foeragerende meervleermuizen en vissen, insecten en andere waterfauna die afhankelijk is van de aanwezigheid van helder en plantenrijk water.

Aanpak Oostelijke Vechtplassen

De maatregelen uit het Natura 2000-beheerplan komen reeds tot uitvoering binnen de Aanpak Oostelijke Vechtplassen. Het beheerplan bevat dus geen nieuwe maatregelen. Meer informatie over de aanpak is te vinden op www.vechtplassen.nl

Ruim 800 hectare natuurgebied gepland in Vechtplassengebied


De provincie Noord-Holland maakt de komende jaren ruim 800 hectare natuurgebied in het Vechtplassengebied. De gebieden, die nu vaak een agrarische functie hebben, zijn belangrijk voor de bescherming en ontwikkeling van de waardevolle laagveennatuur in het gebied.

De laagveennatuur is van groot belang voor bedreigde diersoorten zoals de otter, de grote karekiet en de roerdomp. Een groot deel van de Oostelijke Vechtplassen is daarom aangewezen als Natura 2000-gebied. Daarnaast is het een belangrijke schakel in het Natuur Netwerk Nederland (NNN). Het doel van ‘dit groene netwerk’ is het verbinden van waardevolle natuurgebieden om de overlevingskansen van zeldzame dieren en planten te vergroten.

Omvorming

De provincie verkent de komende jaren, samen met bijna 500 grondeigenaren in het Natuur Netwerk Nederland, de mogelijkheden om hun percelen om te vormen naar natuurgebied. De eerste gesprekken starten in juni in de gebieden Kortenhoef Oost en Weersloot/ Egelshoek.

Informatieavonden

Om de grondeigenaren in het gebied goed te informeren, organiseert de provincie 2 bijeenkomsten: 1 specifiek voor agrariërs op dinsdag 21 mei 2019 van 20:00 uur tot 22:00 uur in De Vrijbuiter in Loosdrecht en 1 voor overige grondeigenaren op donderdag 6 juni 2019 in De drie Dorpen in Ankeveen. Dit programma wordt 3 keer herhaald (om 18.30, 19.30 en 20.30 uur).

Gebiedsaanpak Oostelijke Vechtplassen

Om te zorgen voor een aantrekkelijk plassengebied om in te wonen en te recreëren, heeft een groot aantal partijen in het gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de natuur, de waterkwaliteit en de (water)recreatie in het oostelijke vechtplassengebied. Door deze integrale aanpak kunnen omvangrijke opgaven zoals de natuuropgave worden uitgevoerd.

Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen

Opstelling Vechtplassencommissie jegens het op 6 december 2017 te ondertekenen Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma

Zie ook het verslag op Groene Hart-Media

Op de Vechtplassencommissievergadering van donderdag 2-11-2017 is bovengenoemd document gedegen besproken. De VPC ondertekent het GA met de aantekening dat we ons bij de uitvoering t.a.v. enkele ontwikkelingen kritisch zullen (blijven) opstellen.

De VPC hecht veel belang aan het “ontkokerd”, integraal werken aan kwaliteitsverbetering voor het gebied. Er liggen uiteenlopende opgaven voor water-, natuur- en landschappelijke kwaliteit en het verbeteren van de recreatie-economie. Het proces waarin het nu voorliggende Gebiedsakkoord tot stand is gekomen heeft de meerwaarde aangetoond van het gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor de gewenste verbeteringen. De VPC is enthousiast over o.a. de aanleg van 800 ha nieuwe natuur en van ecologische verbindingen en over het baggeren van de Loosdrechtse Plassen. De VPC is voorts erg benieuwd naar het effect van het instellen van gebiedsmakelaars ter ondersteuning van de recreatieondernemers.

De VPC zal zich evenwel kritisch (blijven) opstellen waar het gaat over bijv. een mogelijke recreatieve vaarverbinding Loosdrechtse Plassen – Hilversums Kanaal via de Wijde Blik, het bevaarbaar maken van de Karnemelksloot en de plannen t.a.v. Scheendijk. De VPC zal zich met alle middelen blijven inzetten voor het behoud van bepaalde natuur- en landschappelijke waarden en ook voor de wensen van de rust zoekende recreant. De VPC heeft het vertrouwen dat een permanente dialoog met de belanghebbenden en zorgvuldig onderzoek naar de gevolgen van deze plannen tot goede resultaten zullen leiden.


Eerdere berichtgeving:

Het Oostelijk Vechtplassengebied is een waardevol natuur- en recreatiegebied waar het fijn wandelen, fietsen en varen is en verdient zeker een Gebiedsakkoord. Maar er liggen ook opgaven voor het verbeteren van de waterkwaliteit, er is een baggerprobleem in de Loosdrechtse Plassen en de watersportsector en de horeca vragen om een vernieuwingsimpuls. Op initiatief van de Provincie Noord-Holland werken overheden, ondernemers, bewoners, deskundigen en belangenorganisaties aan oplossingen die recht doen aan de -soms strijdige- belangen. De stip op de horizon is een aantrekkelijk gebied voor (kleine) watersport, wandelen en fietsen en waar ook plaats is voor natuurverbindingen, moerassen en hun bewoners en gezonde agrarische gronden etc.

De inbreng van de Vechtplassencommissie (VPC) focust op de cultuurhistorische en de natuur- en landschapswaarden; we hebben veel lokale kennis en deskundigheid kunnen delen. De VPC vergeet daarbij de landschappelijke kwaliteiten met bijvoorbeeld de legakkers en de rietoevers niet. De inventarisatie van de natuurwaarden en van de opgaven om deze te behouden en te verbeteren is voltooid.

Aan de andere kant zijn ook de eerste wensen vanuit de recreatiesector, bijvoorbeeld in de vorm van extra recreatieve routes, in kaart gebracht. Dan komt het aan op wikken en wegen. Daarbij onderkennen we enerzijds het belang van strikte rust in bepaalde zones maar ook dat van de mens die van die natuur en het landschap moet kunnen genieten. Soms is het lastig om de belangen met elkaar te verenigen. Een voorbeeld is de wens om een vaarverbinding te maken tussen de Loosdrechtse Plassen en het Hilversums Kanaal, via de Wijde Blik, bijvoorbeeld met een afgescheiden kanaal in de Loenderveense Plas. Wij vrezen schade aan het oeverlandschap en de verwachte grotere recreatiedruk op het Wijde Blik. Een Milieueffectrapport zal de effecten voor economie, ecologie en leefomgeving voor de verschillende opties inzichtelijk maken. Wij schorten ons standpunt in deze nog even op.

Doel van het proces is een Gebiedsakkoord waarin de betrokken partijen zich verbinden tot het uitvoeren van plannen ter verbetering van de natuur- en recreatiekwaliteiten. Voor overheden betekent dat het faciliteren van vernieuwingsmaatregelen en het financieren van aanpassingen. Te denken valt aan het baggeren van de Loosdrechtse Plassen, het verbeteren van de waterkwaliteit, de aanleg van nieuwe recreatieve vaarroutes en het ondersteunen van de recreatieondernemers met een gebiedsloods. De ondertekening van het Gebiedsakkoord is voorzien voor december 2017.

Herstel van rietkragen voor de grote karekiet in de Vechtplassen

Rond 1960 waren er nog zo’n 5000 broedparen van de grote karekiet in Nederland. Daar is nu niet veel meer van over. In 2014 waren er nog maar 120-150 paren. De situatie in 2016 lijkt nog veel zorgelijker te zijn. Waarschijnlijk halen we de 100 paar niet meer. Daarom is dit jaar een plan gelanceerd om de grote karekiet te beschermen in een van zijn laatste bolwerken, de Oostelijke Vechtplassen.

Lees verder https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/?bericht=1914

Nieuwe Wet natuurbescherming

Wet Natuurbescherming

Op 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming in werking getreden. Hierin zijn de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet samengevoegd. Met de inwerkingtreding wordt het decentralisatieproces van het natuurbeleid formeel afgerond. Daarmee hebben de provincies de regie over het natuurbeleid in de regio, waarbij ook bevoegdheden van het Rijk naar de provincies zijn overgedragen. Uiteindelijk zal de nieuwe Wet natuurbescherming worden opgenomen in de Omgevingswet.

Versterking regionaal natuurbeleid: De decentralisatie van deze verantwoordelijkheden naar provincies geeft provincies meer mogelijkheden hun natuurbeleid vanuit een eigen regionale benadering en in samenspraak met regionale partners te versterken. Goed regionaal ingebed natuurbeleid draagt bij aan het behouden, ontwikkelen en verbinden van de natuur. Provincies stellen hiertoe onder meer een eigen provinciale natuurvisie op. In de op grond van de nieuwe wet opgestelde provinciale verordeningen zijn de provinciale regels voor bescherming van gebieden (Natura 2000), dieren en bomen opgenomen.

Extra verantwoordelijkheden provincies: Voor onderdelen van de oude natuurwetgeving, zoals ontheffingen in het kader van schadebestrijding, waren provincies al verantwoordelijk. Deze provinciale verantwoordelijkheden worden uitgebreid met verantwoordelijkheden die tot 1 januari 2017 nog aan het rijk toebehoorde. Dit betreft met name de verlening van vergunningen en ontheffingen in het kader van de bescherming van dieren, planten bij ruimtelijke ingrepen. Voortaan moet bijvoorbeeld ook het kappen van bomen ook bij de provincie worden gemeld en zien zij toe op de uitvoering van de herplantplicht. In beide gevallen worden provincies ook verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving. Tot 1 januari lagen al deze verantwoordelijkheden nog bij het Rijk (i.c. de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland).

Faunabeheer en faunaschade: Het faunabeheerplan wordt het centrale plan voor het gehele faunabeheer. Populatiebeheer, schade- en overlastbestrijding en de jacht op de wildsoorten moeten conform het faunabeheerplan wordt uitgevoerd. De provincies stellen in hun verordeningen regels vast waar deze faunabeheerplannen aan dienen te voldoen. Het faunabeheerplan wordt opgesteld door de faunabeheereenheid. De wet natuurbescherming regelt dat in het bestuur van de faunabeheereenheden ook maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn. Provincies hebben hierover afspraken gemaakt met de faunabeheereenheden. De verlening van tegemoetkomingen voor faunaschade is naar de twaalf afzonderlijke provincies gedecentraliseerd. Tot 1 januari 2017 was hiervoor een zelfstandig bestuursorgaan (het Faunafonds) verantwoordelijk. De provincies hebben met elkaar afgesproken dat zij de uitvoering van deze taak gezamenlijk vorm blijven geven in de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie BIJ12.

Brochure: Voor iedereen die activiteiten en werkzaamheden verricht op plaatsen waar zich mogelijk beschermde planten en dieren bevinden, heeft het ministerie van Economische Zaken een brochure uitgegeven over soortenbescherming bij ruimtelijke ingrepen. Bron: Interprovinciaal Overleg, IPO

Werk aan de Vecht

Jaarverslag Werk aan de Vecht 2017

De werkgroep “Werk aan de Vecht” had in 2017 32 leden (waarvan 8 ´slapend´). Te samen leverde deze enthousiaste groep vrijwilligers 1.135 uren werk langs de oevers van de Vecht. Daarmee is, gekapitaliseerd volgens provinciale normen (€ 22,50 p/u), een bijdrage van € 25.537,50 geleverd aan landschapsbeheer. In 2016 leverde Werk aan de Vecht met 1.055 uren een bijdrage van € 23.737,50.

De werkplekken waren o.m.: Park Gunterstein in Breukelen, Wittensteijn in Vreeland, Vreedenhorst in Vreeland, IJsvogelpad/Glashut in Loenen en een terrein van Natuurmonumenten (een oude Vechtdijk) aan de Klompweg in Nigtevecht. Tevens werd door enkele vrijwilligers op 2 dagen meegewerkt aan de Boomfeestdag van de gemeente Stichtse Vecht.

De provinciale werkdag werd in 2017 gehouden in ´t Burgje te Odijk.

Met de gemeente Wijdemeren is afgesproken dat er in 2018 ook in die gemeente gewerkt zal worden (aan de Hinderdam te Nederhorst den Berg).

Het overlijden van Hans Dickhoff betekent een groot verlies voor Werk aan de Vecht. Hij was van af de oprichting van de groep in 2012 belast met de zorg voor de gereedschappen; een zeer belangrijke taak binnen de groep. Ter nagedachtenis aan Hans heeft de groep een rode treurbeuk geplant in park Gunterstein.

De afsluiting van het seizoen vond plaats in Loenersloot waar het kasteel en het park werden bezocht.


Jaarverslag 2015:

In het afgelopen werkjaar heeft de vrijwilligersgroep Werk aan de Vecht weer heel wat kap- en snoeiwerk geleverd.

Er is een vaste kern ontstaan van mensen die vaak komen en dit is een hechte groep geworden. Er wordt niet alleen hard gewerkt maar het is ook gezellig en het altijd weer mooie Vechtlandschap geeft veel inspiratie. Op de jaarlijkse Natuurwerkdag begin november 2015, ook dit jaar weer op Gunterstein, bleek er veel belangstelling te zijn voor het werken in de natuur.
Ruim 20 vrijwilligers kwamen af op de breed verspreide oproep. Het zou mooi zijn als een aantal van deze mensen mee blijft draaien op de werkdagen die nu, naast de zaterdag, vaker op doordeweekse dagen plaats vinden.
Dit jaar is er, naast Vreedenhorst en Gunterstein, een nieuw landgoed bijgekomen: Wittensteijn in Vreeland. Het blijkt prettig om enkele vaste werklocaties te hebben waar we de eigenaren en het landschap kennen. Het is een heel mooi gebied waar met name de vele wilgen langs de Vecht het nodige onderhoud vragen.
Ieder werkjaar sluiten we af met een bijzondere bijeenkomst. Begin mei 2015 waren we met ruim 20 mensen in boerderijmuseum Vredegoed in Tienhoven. Er werden enkele boeiende presentaties gegeven en de catering door Rivierkeuken was weer een feest.
Graag wordt verwezen naar de site: www.werkaandevecht.nl. Hier is ook een planning van werkdagen en locaties opgenomen.
Nieuwe vrijwilligers zijn van harte welkom om eens een dag mee te doen!

Waterplanten in en nabij de Vecht

Eind september 2015 heeft Landschap Noord-Holland in opdracht van Waternet en met subsidie van de provincie Noord-Holland, kooien geplaatst in het Ballastgat te Weesp, direct verbonden met de Vecht. Het Ballastgat is een afgegraven deel van de Aetsveldsepolder, ten noorden van de sluis naar de Spiegelplas. Het werd gegraven als haven voor de zandschepen van de Ballast-maatschappij. In totaal gaat het om een oppervlakte van ruim 700 m2. In deze kooien zijn waterplanten aangebracht.

Voorafgaand aan deze actie is in september 2014 de bodem van het Ballastgat met schoon zand afgedekt. Op een aantal plaatsen is extra zand aangebracht om het ondieper te maken, zodat het zonlicht tot op de bodem kan komen. Dit is van belang voor de groei van waterplanten.

Nu de bodem van de Vecht gesaneerd is en de waterkwaliteit steeds beter wordt, probeert AGV/Waternet weer waterplanten terug in de Vecht te krijgen. Waterplanten zijn essentieel voor een goede onderwater ecologie. Ze zorgen voor zuurstof, helder water, schuilplaatsen voor waterdieren en voedsel. De verwachting is dat de waterplanten zich de komende jaren gaan ontwikkelen. Om te voorkomen dat ze worden opgegeten zijn er kooien geplaatst. Wanneer na twee jaar de kooien vol staan, worden de kooien weer weggehaald en moeten de waterplanten ‘op eigen kracht’ verder leven. Vanuit het Ballastgat moeten zaden en stekken de omgeving bereiken. Wanneer de ontwikkeling langzamer gaat, kunnen de kooien nog eens twee jaar langer blijven staan.

kooien