De provincies Utrecht en Noord-Holland hebben het ‘Natura 2000 beheerplan Oostelijke Vechtplassen 2022-2028’ vastgesteld. De Oostelijke Vechtplassen vormen een uniek natuurgebied in het noordwestelijke gedeelte van de provincie Utrecht en zijn onderdeel van het Europese Natura 2000-netwerk. In het beheerplan staat welke maatregelen nodig zijn voor het behoud, het herstel en de verbetering van dit bijzondere stuk natuur. Zie:
Categorie: Natuurbescherming
Plannen voor ‘vernatten’ Naardermeer en omstreken
Om de verdroging van het Naardermeer en omliggende gebieden te stoppen en de natuur te herstellen, gaat het waterpeil in de zogenaamde ‘schil’ rond dit gebied omhoog. Eén van de stappen om dat te bereiken is het wijzigen van het bestemmingsplan. Dit gebeurt met het Provinciaal Inpassingsplan Schil Naardermeer, dat vanaf 5 oktober ter inzage ligt.
Het Naardermeer is het oudste natuurgebied van Nederland, met Natuurmonumenten als eigenaar. Samen met Natuurmonumenten en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht werkt de provincie al sinds 1993 aan een herstelplan om de natuur in het gebied te beschermen en te ontwikkelen.
De provincie wil nog de laatste zeventien hectare grond aankopen om het plan te laten slagen. Gesprekken met de grondeigenaren, op basis van volledige schadeloosstelling, lopen inmiddels. Het gaat om agrarische gronden die met dit inpassingsplan de bestemming ‘natuur’ krijgen. Met de eigenaren wordt gesproken over alternatieve locaties en de financiële vergoeding. Zij kunnen ook kiezen om, met subsidie, zelf natuur te maken op hun grond.
Watergebiedsplan: Tegelijkertijd met het inrichtingsplan, ligt het watergebiedsplan van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht ter inzage. Voor het verhogen van het waterpeil is namelijk een nieuw peilbesluit nodig. In het watergebiedsplan wordt beschreven waar en hoe de waterpeilen in het gebied worden gewijzigd. Sander Mager, bestuurder waterschap Amstel, Gooi en Vecht: “Een aanpassing van het waterpeil is nodig om schoon water langer vast te houden en de biodiversiteit te laten toenemen. Op deze manier zetten we weer een belangrijke stap in het verbeteren van deze natuurparel midden in de Randstad. Zodat ook de komende generaties volop kunnen genieten van dit bijzondere gebied.”
Zie ook Schil Naardermeer: op pad met boswachter Anne
Ruim 800 hectare natuurgebied gepland in Vechtplassengebied
De provincie Noord-Holland maakt de komende jaren ruim 800 hectare natuurgebied in het Vechtplassengebied. De gebieden, die nu vaak een agrarische functie hebben, zijn belangrijk voor de bescherming en ontwikkeling van de waardevolle laagveennatuur in het gebied.
De laagveennatuur is van groot belang voor bedreigde diersoorten zoals de otter, de grote karekiet en de roerdomp. Een groot deel van de Oostelijke Vechtplassen is daarom aangewezen als Natura 2000-gebied. Daarnaast is het een belangrijke schakel in het Natuur Netwerk Nederland (NNN). Het doel van ‘dit groene netwerk’ is het verbinden van waardevolle natuurgebieden om de overlevingskansen van zeldzame dieren en planten te vergroten.
Omvorming
De provincie verkent de komende jaren, samen met bijna 500 grondeigenaren in het Natuur Netwerk Nederland, de mogelijkheden om hun percelen om te vormen naar natuurgebied. De eerste gesprekken starten in juni in de gebieden Kortenhoef Oost en Weersloot/ Egelshoek.
Informatieavonden
Om de grondeigenaren in het gebied goed te informeren, organiseert de provincie 2 bijeenkomsten: 1 specifiek voor agrariërs op dinsdag 21 mei 2019 van 20:00 uur tot 22:00 uur in De Vrijbuiter in Loosdrecht en 1 voor overige grondeigenaren op donderdag 6 juni 2019 in De drie Dorpen in Ankeveen. Dit programma wordt 3 keer herhaald (om 18.30, 19.30 en 20.30 uur).
Gebiedsaanpak Oostelijke Vechtplassen
Om te zorgen voor een aantrekkelijk plassengebied om in te wonen en te recreëren, heeft een groot aantal partijen in het gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de natuur, de waterkwaliteit en de (water)recreatie in het oostelijke vechtplassengebied. Door deze integrale aanpak kunnen omvangrijke opgaven zoals de natuuropgave worden uitgevoerd.
Bomenbeleidsplan (in Weesp): nomineer een boom
Een mooi regionaal voorbeeld van een manier om het belang van bomen in Vechtlandschap te benadrukken:
Bomenbeleid, nomineer een boom! De gemeente Weesp heeft een Bomenbeleidsplan, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 7 november 2018. Het Bomenbeleidsplan beschrijft de manier waarop de gemeente met de bomen in de openbare ruimte omgaat.
Nomineer een boom: In dit plan wordt onder meer vastgelegd hoe wordt omgegaan met ‘waardevolle bomen’. Elke boom in Weesp is belangrijk, maar een ‘waardevolle boom’ is beeldbepalend of van cultuurhistorische waarde voor gemeente Weesp
Als inwoner kunt u een eigen boom, of een gemeentelijke boom, nomineren als waardevolle boom voor de gemeente Weesp. Welke bomen zijn zo bijzonder van uiterlijk, zo uniek qua soort, zo speciaal vanwege hun geschiedenis of zo oud dat zij het waard zijn om extra beschermd te worden? Wij horen het graag van u! Hoe u een waardevolle boom kunt nomineren, leest u op de website www.weesp.nl/waardevollebomen Een waardevolle boom nomineren kan tot 23 januari 2019.
Meer informatie en inwonersavond Voor meer informatie over beleid en regelgeving voor waardevolle bomen, over wat de gemeente nu gaat doen bent u van harte welkom op onze informatieavond.
De informatieavond vindt plaats op dinsdag 15 januari om 19.30 uur in de kantine van het stadskantoor, Nieuwstraat 70a. U kunt zich voor deze avond aanmelden via info@weesp.nl
Heeft u nog vragen over bomen, anders dan de aanmelding van waardevolle bomen? Dan kunt u deze stellen via het algemene e-mailadres van de gemeente Weesp: info@weesp.nl
Een publieksversie van het bomenbeleidsplan vindt u op www.weesp.nl/bomenbeleid
Stichting Icoon Oostelijke Vechtplassen vraagt om ideeën
Stichting Icoon Oostelijke Vechtplassen daagt architecten, ondernemers, studenten en iedereen met een boot of (recreatie)woning in het gebied uit, op zoek te gaan naar een nieuw icoon: hét icoon van de Oostelijke Vechtplassen. In het verlengde van het ‘Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen’ wordt aan alle architecten en ontwerpers, bewoners en gebruikers van het gebied, en leerlingen en studenten door de stichting gevraagd, ideeën aan te dragen voor hét nieuwe icoon van dit prachtige natuur- & ‘vrijetijds-landschap’ van de Loosdrechtse Plassen. Meer informatie en het inschrijfformulier zijn op de website te vinden. Inzenden van 5 t/m 28 februari 2018.
NB hopelijk beseft iedereen dat de natuurwaarden hier de kroonjuwelen zijn die met gepaste eerbied door de ‘recreanten’ benaderd moeten worden.
Het belang van waterplanten in de schoongemaakte Vecht
In het Ballastgat, deel van de Vecht nabij Weesp, Nederhorst en Nigtevecht, zijn kooien geplaatst om de plantengroei te stimuleren na het grote sanering van de Vechtbodem in de afgelopen jaren.
Bart Specken, ecoloog bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, duwt behendig een onderwatercameraatje op een selfiestok in het donkere water van het Ballastgat, een voormalige afvalstortput aan de Vecht. “Hier groeit van alles’’, had hij draaiend aan het roer van een waterschapsbootje beloofd.
En ja hoor, voor het oog van de camera: een wuivend groen tapijt van smalle waterpest. Op de achtergrond zwemmen wat jonge blankvoorntjes. En, heel bijzonder, in een flits scheert de camera langs het groot nimfkruid, een zeldzame waterplant die voor het eerst in de Vecht wordt gezien.
Van dit soort onderwater-beelden wordt Specken erg blij. Ze vormen het bewijs dat het de goede kant opgaat met de oude Vecht. Als er planten groeien, is er leven voor libellelarven, waterkevers, kikkervisjes, slakken en salamanders.
Dat is weleens anders geweest. Juist hier in het Ballastgat, een afgegraven deel van de Aetsveldsepolder bij Nigtevecht, waar het waterschapsbootje vandaag dobbert. De rotzooi, waaronder chemisch afval, die jarenlang is gestort in de diepe, voormalige zandwinningsput voor de aanleg van snelweg A2, ligt er nog steeds. De put was zo diep dat leeghalen geen optie was bij een grootscheepse sanering van de vervuilde Vecht. Er is een dikke laag afdekzand op het slib gelegd. Zo is de troep min of meer geïsoleerd. Met periodieke metingen wordt gecontroleerd of de afdeklaag dicht blijft. Bij de oevers van de voormalige stortput is de opgebrachte zandlaag wat dikker, om ondiepten te maken – zodat zonlicht de nieuwe zandbodem kan bereiken. Dat is gunstig voor plantengroei. En het lukte: er zit weer leven in het Ballastgat.
Kooien
In dit voor scheepvaart afgesloten binnenmeertje is ook een bijzonder experiment gaande om waterplanten terug te krijgen in de Vecht. In het water vlakbij de rietkraag staan kooien, 700 vierkante meter in totaal. Het is de trots van ecoloog Bart Specken. Twee jaar geleden zijn die kooien geplaatst op de nieuwe zandbodem van het Ballastgat. Ze zijn rondom dichtgemaakt met fijnmazig gaas.
Het is een uniek project om waterplanten een kans te geven tot wasdom te komen. Jonge waterplanten zijn delicatessen voor sommige watervogels. Specken bedacht een plan om waterplanten een betere kans te geven tot ontwikkeling te komen. Vandaar die kooien. In de afgeschermde constructie kunnen waterplanten groeien. Voor zover bekend is het systeem nooit eerder in Nederlandse wateren toegepast. Met de kooiconstructie werd voorkomen dat jonge scheutjes voortijdig werden weggeknabbeld door waterdieren.
Het blijkt te werken. Specken: “Voor het echte herstel van de Vecht zijn waterplanten noodzakelijk. Ze zorgen voor voeding, schuilplaatsen en voor zuurstof in het water. De oevers van de Vecht zijn vaak prachtig met al dat riet en andere planten, maar veel belangrijker is het onderwaterleven. Waterplanten hebben een gezonde bodem en helder water nodig. Als er weer planten groeien, weet je dat de kwaliteit goed is. We zien dat in de kooien, maar ook ernaast, veel groeit. Binnenkort halen we ze weg en moeten de planten zich op eigen kracht vermeerderen. We hopen dat de zaadjes zich via het water over een veel groter gebied verspreiden. Dan wordt dit een soort kraamkamer voor de Vecht.’’
Grof hoornblad
Specken kijkt reikhalzend uit naar het moment dat er weer volop grof hoornblad, tenger fonteinkruid en aarvederkruid in de Vecht groeit. Zijn kooienproject werd in 2004 op kleinere schaal getest en toen al bleek dat het systeem werkte. “Je moet je afvragen of je de natuur op deze manier mag helpen. Zijn we niet aan het tuinieren in plaats van beheren? Maar aan de andere kant, de mens beperkt de natuur ook door bijvoorbeeld de steile oevers die we hebben gemaakt langs grote delen van de Vecht. Daar kan maar weinig groeien. Dan mag je elders de natuur soms ook wel een klein beetje helpen.’’
De bodem van de Vecht zelf is na de sanering van de rivier vrij ingrijpend aangetast. Oude zaadbanken zijn toen ook weggebaggerd. “Zeker sinds de jaren negentig is er in de Vecht nog nauwelijks plantengroei geweest. Dan wordt het moeilijk voor een rivier om op eigen kracht weer plantengroei te ontwikkelen. Vandaar dat we wat helpen.’’
Er zijn plannen om ook stroomopwaarts, in de buurt van Maarssen, kooien te plaatsen om het bodemleven te stimuleren. Daar ligt ook een voormalige onderwater-stortplaats: Het Slijk. Ook hier is leeghalen van de afvalput geen optie. Bij Het Slijk is wel een drempel neergelegd om te voorkomen dat vervuiling in de Vecht stroomt. En ook hier zijn plannen om met een zandlaag de oude vuilstort af te dekken en te isoleren.
Een open riool van 42 km lang
Pieter Kruiswijk, bestuurder van het waterschap AGV: De Vecht, 42 kilometer lang, is decennia gebruikt als een riool: tal van bedrijven, ook chemische, loosden rechtstreeks op de rivier. Woonboten en veel huizen langs de Vecht lieten rioolwater ongezuiverd weglopen. Verouderde rioolwaterinstallaties loosden hun nog vuile water in de Vecht. Vissers vingen brasems met gezwellen. Bij muggenlarven uit het slib van de Vecht werden genetische afwijkingen geconstateerd. De rivier, waarvan de oorsprong dateert uit 600 voor Christus, was in de jaren tachtig zo dood als een pier.
In de jaren negentig werd besloten tot een omvangrijk restauratieplan. De Vecht viel toen nog onder Rijkswaterstaat. In 1996 zou het beheer van de rivier overgaan naar het waterschap, dat later Amstel, Gooi en Vecht ging heten. Voorwaarde voor overname was dat de Vecht eerst grondig zou worden gesaneerd, vertelt Pieter Kruiswijk, veehouder in Loenersloot, en bestuurder van het waterschap.
“Wij hebben als waterschap onze nek uitgestoken. We hebben uitvoerig onderzoek gedaan naar wat er moest gebeuren om de Vecht weer gezond te krijgen. We hadden drie pijlers: de oevers moesten worden aangepakt, we hebben twaalf kilometer natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook moest de waterkwaliteit omhoog en de bodem moest worden gesaneerd. Met dat plan zijn we naar het Rijk gestapt. Ons gedetailleerde plan gaf de doorslag om geld beschikbaar te stellen. Alle doelen zijn zo goed als gehaald en daar zijn we ontzettend trots op. We krijgen weer een gezonde Vecht.’’
Er is 2,4 miljoen kubieke meter ernstig vervuild slib van de bodem van de Vecht geschraapt. Het meeste daarvan is gestort in IJsseloog, een 45 meter diep slibdepot dat is aangelegd in het Ketelmeer bij Kampen. Dit kunstmatige eiland met een diameter van een kilometer is omringd door een dijk van tien meter hoog. Het verontreinigde slib kan niet in contact komen met het oppervlaktewater.
De sanering, waarbij ook enkele zijriviertjes van de Vecht zijn meegenomen, kostte 82 miljoen euro. Er zijn nog wel wat knelpunten, zoals de lozing van de rioolwaterzuivering van de stad Utrecht. Die zorgt nog steeds voor vervuiling. In 2019 moet een nieuwe installatie dat probleem oplossen. Ook de uitspoeling van meststoffen uit landbouwpercelen naar het polderwater dat door gemalen in de Vecht wordt gepompt, zorgt nog voor belasting van het water.
Bron: Trouw
en http://www.groenehartmedia.info/vecht-leeft-weer/?utm_medium=email&utm_campaign=De+Groene+Flits+560%2C+11+september+2017&utm_source=Groene+Hart+Media&utm_term=Groene+Hart+Media
Bewoners tegen Kanaal in Loenderveense Plas
Persbericht Werkgroep Behoud Loenderveense Plas – 9-6-2017
“Bewoners tegen Kanaal in Loenderveense Plas”
De bewoners van de Horndijk in Oud-Loosdrecht hebben met schrik kennis genomen van plannen van gemeente en provincie om een hoge dam te bouwen in de Loenderveense Plas. Op deze wijze zou een vaarverbinding worden gecreëerd door middel van een kanaal dat het Wijde Blik moet verbinden met de Eerste Plas. Op de dam, die parallel aan de Horndijk en Veendijk gaat lopen, zou ook een fietspad en mogelijkerwijze een weg komen.
Mocht dit plan doorgaan, zal een prachtig Stiltegebied en een unieke rustplaats voor vogels midden in de Randstand worden opgeofferd; een bijzonder natuurgebied dat zeer gewaardeerd wordt door de wandelaars, fietsers, vogelaars en bewoners.
De plannen voor de vaarverbinding liggen besloten in een concept gebiedsakkoord gesloten tussen de Gemeente Wijdemeren, de Provincie, de watersportondernemers en diverse andere partijen. Het zou gaan om vaarverbindingen voor sloepen. De plannen zijn nog niet publiekelijk en mogen van de provincie nog niet met de media worden gedeeld.
Het plan lijkt een compromis akkoord te zijn waar zelfs partijen als Waternet en Natuurmonumenten een deel van de Loenderveense Plas willen opgeven als wisselgeld voor andere gunsten van de provincie.
De bewoners aan de Horndijk gelegen aan de Loenderveense Plas zijn verbolgen over het feit dat zij op geen enkele wijze door gemeente en provincie betrokken zijn geweest bij dit gebiedsakkoord en hebben zich nu verenigd in de “Werkgroep Behoud Loenderveense Plas” met als doel de dam in de plas tegen te houden. Zij hebben dit kenbaar gemaakt op een bijeenkomst van de gemeente afgelopen 6 juni over een wijziging van het bestemmingsplan voor het Wijde Blik. Zij hopen dat ondanks de goede intenties de bijzondere Loenderveense plas blijft zoals het is, een uniek stiltegebied in de Randstad. Wat om die reden recreanten trekt en in het bijzonder een diversiteit aan vogels en andere soorten biedt. Er zijn genoeg mogelijkheden om te varen en juist stiltegebieden zijn zeldzaam en dus uniek.
Oostelijke Vechtplassen een ‘vrijetijdslandschap’?
Noord-Holland wil investeren in de Oostelijke Vechtplassen
De Oostelijke Vechtplassen kampen al jaren met een aantal hardnekkige problemen: slechte waterkwaliteit, een groot baggerprobleem in de Loosdrechtse Plassen, en afnemend animo voor de watersportsector en horeca.
De betrokken partijen hebben nu in een gebiedsakkoord afspraken gemaakt over een forse kwaliteitsimpuls in het gebied, voor natuur en landschap, recreatie en toerisme en de leefomgeving.
De Oostelijke Vechtplassen worden gezien een ‘vrijetijdslandschap’: een aantrekkelijk en toegankelijk groen gebied waar mensen graag wonen, werken en recreëren. Een gebied waar recreatie en natuur goed samengaan en elkaar versterken.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland willen de komende jaren 11,9 miljoen euro opnemen voor de volgende onderdelen uit het gebiedsakkoord: het baggeren van de Loosdrechtse plassen (in combinatie met het herstel van legakkers en de aanleg van natuureilanden); het verbeteren van de waterkwaliteit; het versterken van de recreatie (onder meer voor de aanleg van nieuwe recreatieve routes en voor de inzet van een ’gebiedsloods’). De provinciale bijdrage – opgenomen in de Kaderbrief 2018 van Gedeputeerde Staten – komt beschikbaar zodra het gebiedsakkoord is ondertekend en de cofinanciering van de andere partijen is geregeld.
Bron: Gooi- en Eemlander & Provincie Noord-Holland
Eilandjes Vinkeveense Plassen geveild – de omgekeerde wereld
Mei 2017: de omgekeerde wereld? Een Recreatieschap dat zijn bezit verkoopt en versnipperd. Met op de achtergrond de impliciete suggestie dat er mogelijk minder strenge regels gaan gelden voor bebouwing van de legakkers in het nog te voltooien nieuwe bestemmingsplan.
Recreatieschap Vinkeveense Plassen verkoopt 38 legakkers
De veiling van legakkers in de Vinkeveense Plassen is goed (?) verlopen. In totaal werden 38 legakkers verkocht; langwerpige smalle eilandjes ontstaan door turfwinning in de vorige eeuw. De veiling bracht in totaal 440.000 euro op. De opbrengst komt ten goede aan het recreatiegebied de Vinkeveense Plassen en wordt ingezet voor vervangende beschoeiing van legakkers en zandeilanden en betere toegankelijkheid van het gebied.
Legakkers zijn een karakteristiek onderdeel van recreatiegebied de Vinkeveense Plassen. Tachtig procent van de legakkers is al in handen van particulieren. Het Recreatieschap Vinkeveense Plassen liet in totaal 44 legakkers veilen, omdat er onvoldoende middelen waren voor onderhoud. Alleen beschoeiing kan voorkomen dat legakkers wegspoelen, maar dat is een kostbare operatie. Het recreatieschap beraadt zich op welke manieren ook de niet-verkochte legakkers behouden kunnen blijven en streeft ernaar deze alsnog te beschoeien.
Ongeveer de helft van de verkochte legakkers heeft een beschoeiingsverplichting. De nieuwe eigenaar moet binnen 3 jaar tijd nieuwe oeverwanden plaatsen. Op de legakkers mag niet worden gebouwd. Illegaal bouwen betekent een direct opeisbare boete van 50.000 euro. De gemeente De Ronde Venen werkt op dit moment aan een nieuw bestemmingsplan waarin wordt bekeken of in de toekomst bouw binnen vastgestelde kaders mogelijk moet worden. Of bouw mogelijk wordt, is afhankelijk van verschillende onderzoeken en is dus geen zekerheid.
Het Recreatieschap Vinkeveense Plassen is een samenwerking van de gemeente De Ronde Venen, de gemeente Amsterdam en de provincie Utrecht.
bron: Gemeente Ronde Venen, 19/04/17
Lees verder: Kwaliteitsatlas – Eilandjes Vinkeveense plassen in de veiling met reacties
Lees ook de reactie van Chris Kalden van de Stichting Groene Hart van 8 mei 2917
April 2017: Recreatieschap Vinkeveense Plassen brengt 44 legakkers onder de hamer. Door de hoge kosten is het recreatieschap niet meer in staat om alle akkers te onderhouden.
Een onzalig plan? Zie http://kwaliteitsatlas.nl/2017/04/eilandjes-vinkeveense-plassen-veiling/
80 procent van de ruim 200 legakkers in de Vinkeveense Plassen is al particulier bezit. Op een deel van die eilandjes staan blokhutten die gedoogd worden. De eilanden die het recreatieschap nu verkoopt moeten echt onbewoond blijven (?). Hutten bouwen mag niet en overnachten mag alleen in een boot aan de oever van het eiland.
Herstel van rietkragen voor de grote karekiet in de Vechtplassen
Rond 1960 waren er nog zo’n 5000 broedparen van de grote karekiet in Nederland. Daar is nu niet veel meer van over. In 2014 waren er nog maar 120-150 paren. De situatie in 2016 lijkt nog veel zorgelijker te zijn. Waarschijnlijk halen we de 100 paar niet meer. Daarom is dit jaar een plan gelanceerd om de grote karekiet te beschermen in een van zijn laatste bolwerken, de Oostelijke Vechtplassen.
Lees verder https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/?bericht=1914