Bomen langs de Vecht

Bij verschillende dijkverbeteringsprojecten langs de Vecht die nu gepland of uitgevoerd worden, spelen de bomen langs de dijken een belangrijke rol. Bij voorbeeld langs de westelijke oever tussen Weesp, Nigtevecht en Vreeland. Vooral dank zij de werkgroep Werk aan de Vecht onder bevlogen aanvoering van Adriaan van Doorn zijn er met Waternet afspraken gemaakt over behoud, herplant en onderhoud van de voor de Vechtoevers zo karakteristieke bomen langs de dijken rond Nigtevecht: er zullen bij de dijkverbetering noodzakelijkerwijs bomen moeten worden gekapt. Bomen die volgens de keur niet op de dijk kunnen blijven staan, maar die geen gevaar opleveren voor de dijk (omwaaigevaar) kunnen behouden blijven, indien adequaat onderhoud ervan is gegarandeerd. Ook is herplant op meerdere plekken voorzien. Afspraken daartoe worden door Waternet met de eigenaren gemaakt. De eigenaren kunnen aangeven dat het onderhoud door een knotgroep moet worden uitgevoerd. Waternet stelt daartoe een apart convenant op met de knotgroep ‘Werk aan de Vecht’. Besloten is om deze bestaande knotgroep in te schakelen voor het noodzakelijke knotten van bomen, indien de boomeigenaren hebben aangegeven dat niet in eigen beheer te willen doen. Er zal dus niet per dijktracé worden gewerkt met ad hoe knotgroepen. Bij het knotten zullen, voor zover nodig, lokale vrijwilligers worden ingeschakeld. Voor de (Lage) Klompweg en de Vreelandseweg is een lijst opgesteld van mensen die bereid zijn om bij het knotten behulpzaam te zijn. Deze lijst kan nog worden aangevuld. Mail naar: knotgroep.weesp.nigtevecht@gmail.com

N236-Zienswijze Voorontwerpbestemmingsplan Reconstructie N236, Weesp

2014-12-10: Van Vechtplassencommissie – Hoogstraat 20 – 1381 VS Weesp

Aan: B&W van de gemeente Weesp – t.a.v. Mw Tempelaars – bezorgen – info@weesp.nl – 0294-491391

Betreft: Zienswijze Voorontwerpbestemmingsplan Reconstructie N236, Weesp

Weesp, 10-12-2014

Geachte mevrouw & college,

Naar aanleiding van het bovengenoemde Voorontwerpbestemmingsplan, zoals gepubliceerd op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-30802.html, wil onze Commissie graag de volgende zienswijze indienen.

De verbetering van de N236 juichen wij ook voor dit traject ten zeerste toe. Enige zorg hebben wij over de verplaatsing van de Vechtbrug ter hoogte van Uitermeer & Lage Klompweg en de consequenties die dit heeft voor twee zaken: 1. de natuurlijke oever nabij de zomerklokjes-gebieden en 2. de route die wandelaars tussen Uitermeer en Lage Klompweg zullen moeten nemen.

Gelukkig doet zich voor beide zorgpunten een mogelijkheid voor om de situatie te verbeteren, en onze zienswijze behelst het voorstel om daarmee in het voorontwerp rekening te houden.

Ad 1. compensatie voor het aantasten van de natuurlijke oever door de brugverplaatsing naar het zuiden zou gevonden kunnen worden aan de noordzijde van de brug door het geven van een natuurbestemming aan het oeverland(je) achter het brugwachtershuis. In verschillende provinciale plannen stond/staat deze oever vermeld als zoeklocatie voor een natuurlijke inrichting en bescherming, o.a. omdat het zomerklokje hier kansen heeft omdat het aan de andere zijde van de brug (de zuid-westzijde) al weelderig groeit. Die oever aan de noordzijde is eigendom van het Hofje van Nieuwkoop, als onderdeel van een groot agrarisch perceel dat verpacht wordt. Het buitendijkse oeverland heeft naar wij menen geen agrarische waarde.

Ad 2. de situatie voor wandelaars/voetgangers zou sterk verbeterd kunnen worden door met het volgende rekening te houden: er is een intensief gebruikte wandelroute van Uitermeer/Dammerweg via de Vechtbrug naar de Lage Klompweg. Bij de aanleg van de rotonde in de N236 bij de kruising Lage Klompweg wordt dit voor voetgangers een ingewikkelde plek en weinig aantrekkelijke omweg. Nu zou er relatief eenvoudig een wandelpad kunnen worden bestemd en aangelegd over de Vechtdijk van de brug naar de Lage Klompweg. In het kader van de Vechtdijk-versteviging die op dit moment op dit traject door het Waterschap AGV en Waternet wordt gepland, zou zo’n aanleg voor de hand liggen, zeker daar de huidige eigenaar van het puntig perceel in de oksel van de N236, Lage Klompweg en Vecht dit, inclusief dijk zal verkopen aan de Provincie Noord-Holland. Zie hiervoor ook: http://www.agv.nl/klompweg

In de hoop en verwachting dat deze suggesties in goede aarde zullen vallen,

groet ik u hartelijk,
namens de Vechtplassencommissie,
Frans Cladder, secretaris

Weesp: Dossiernummer: Z.43959 – Verantwoordelijke afdeling:Projectbureau

Zienswijze JR Bestemmingsplan Fietsbrug Nigtevecht

Zie ook de andere Zienswijzen Bestemmingsplan Fietsbrug Nigtevecht

 

Edelachtbaar College, zeer geachte Raad,

Zienswijzen Bestemmingsplan 13 oktober 2014/130530

NL.IMRO.1904.BPFFietsbrug NTV-OVW01

Onderstaand treft U onze zienswijzen aan tegen bovengenoemd concept-bestemmingsplan.

1.Het bestemmingsplan is een slaafse invulling van de opgelegde taakstelling van de provincies. Het heet “fietsbrug bij Nigtevecht” en terecht niet “Fietsbrug in Nigtevecht, want het draagvlak voor het huidige plan is minimaal. De thans opgelegde oplossing was 10 jaar geleden ook al door de provincies voorgesteld, maar toen mocht deze op enorme weerstand van de inwoners/bewoners van de Korte Velterslaan en Vreelandseweg rekenen. Liever geen fietsbrug dan deze gold toen en dat gevoel heeft thans weer de overhand.

2.Het briljante plan- een burgerinitiatief- om de brug bij de Punt ten noorden van de sluis te leggen mèt een ontwerp van een ultralight onderhoudsarme brug, prijscalculatie van Hollandia en doorgerekend door Delftse hooglereraren maakte het gehele dorp enthousiast voor deze verbinding: nagenoeg op de zelfde plaats waar vroeger tot in de 60’er jaren een pontje Nigtevecht met Fort Nigtevecht en Abcoude verbond. Nee, dit plan was te mooi, te goedkoop, te duurzaam en onderhoudsvriendelijk om genade te vinden in de ogen der Gedeputeerden, Grontmij en zgn Kwaliteitsteam: zij beriepen zich op weerstand van Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten. De Nigtevechters hebben die bezwaren nooit onder ogen gekregen.

3.Wat we nu in ieder geval kunnen verwachten is geen Kwaliteit, geen planologisch fraaie oplossing, geen logische verbinding met het dorp (en het Fort Nigtevecht van Natuurmonumenten) geen draagvlak binnen de Nigtevechtse bevolking, hoge kosten en een met de haren erbij gesleepte “milieu vriendelijke oever” die voor veel minder geld op een veel logischer plaats nl bij de oude keerkom 4 km zuidelijk, ongeveer ter hoogte van boerderij Soede kan worden gemaakt. Voor inschrijvers is nu een onlogische combinatieopdracht gecreëerd, die van bruggenbouwers infra-kennis verlangt en van infra-bouwers bruggenkennis. Hoe kan je het zo ongelukkig bedenken: een huwelijk met twee waterhoofden.

4.Naar de mening van de inwoners van Nigtevecht (en Abcoude) is meermaals gevraagd maar die meningen zijn evenzovele malen neergesabeld en blijken thans ook (wederom) volstrekt irrelevant te zijn: de provincies willen er bij voorbaat geen rekening mee houden omdat het hen niet uitkomt, te duur wordt (inmiddels zijn ruim 7 ton advieskosten uitgegeven excl de ambtelijke tijd); het plan is niet uit op  een planologisch optimale inpassing en op minimale –blijvende-overlast voor de direct aanwonenden, noch op duurzaamheid en toekomstige kostenbesparingen en vormt een belemmering voor toekomstige ontwikkelingen van Garsten Noord.

5.Stichtse Vecht gebruikt het excuus voor haar zwakke protesten/inbreng dat zij het niet betaalt en geeft daarmee de hegemonie over de lokale planologie, de locaties en uiterlijke verschijningsvorm van de aanlandtrajecten uit handen. Zij doet dat, ja zelfs durft dat met een beroep op haar naleving van de beginselen van een participatie-maatschappij, maar er zijn weinig projecten en ontwikkelingen in onze gemeente aan te wijzen waar de participatie-beginselen zo met voeten worden getreden. En dat terwijl er vanuit de samenleving zulke waardevolle minder kostbare en minder belastende alternatieven zijn aangeboden die gezien de taakstelling en traceering aan inschrijvers achteloos worden buitengesloten. De provincies beslissen want “wie betaalt bepaalt”, punt uit. Dit gedrag van onze gemeente is in strijd met haar grondwettelijke en wettelijke plicht om voor de belangen van haar burgers/inwoners op te komen ook bij de invulling van zgn bovengemeentelijke belangen als toerisme en natuurbehoud: de gemeente hoort na burgerconsultatie op te komen voor hun belangen en via de Raad te beslissen.

6.Tijdens de 2013-info-avond  ontstond er commotie over de 3 ramingen van bouwkosten op de Punt, naast de Geitenkamp en nabij de betonfabriek. Het gondelvoorstel op de Punt van Trekwerk BV uit Weesp, het veruit goedkoopste en o.a. in Maastricht een goed functionerende safe-verbinding over de Maas was al als sociaal onveilig en storingsgevoelig van tafel geveegd, ten onrechte maar laten we het niet nog moeilijker maken. Terug naar de commotie: Gedeputeerde Pennarts stèlde zonder enig bewijs dat “de Punt” financieel onhaalbaar zou zijn maar weigerde halsstarrig en nijdig op grond van concurrentie-overwegingen de ramingen af te geven of vertrouwelijk aan de projectgroep te inzage te verstrekken: ze zou eens ongelijk kunnen krijgen! Nee dat moest haar tot elke ondemocratische prijs bespaard  blijven. De Nigtevechters evenwel die zelf berekeningen hebben laten maken weten wel beter: een alternatieve opdracht aan inschrijvers voor realisatie bij de Punt zou een eerlijke inschrijving zijn geweest. Het huidige concept plan sluit dat uit. Dat is ondemocratisch en maakt van onze mondige dorpelingen stemvee zonder inspraak en participatie. In die zin is dit conceptplan nietig en dient dan ook door de Raad te worden verworpen.

7.Het talud komt in Nigtevecht op een zeer onlogische plek uit: de gemiddeld fietser rijdt zich klem op een smal polderweggetje te midden van industrie, woonboten en bebouwing. Als de opdracht aan inschrijvers méde een gebogen talud langs de kanaaldijk naar het noorden –of naar het zuiden, minder logisch- had ingehouden zou een slimme ontwerpende  inschrijver een paar extra vrijheden hebben gehad om niet alleen een “excellent ontwerp “ aan te bieden- wat heet: excellenter- maar ook een verbindingstechnisch veel logischere  en visueel planologisch minder storende oplossing kunnen voorstellen.

8.Ad: “Nabij de Vreelandseweg is de invloed op de omgeving beperkt”, zie regel 14 van pag. 26 Concept Best Plan;                                                                                                                                                                      Dit is  beside the point want uiteraard is er daar waar het talud op weg-of dijkhoogte is aangeland  weinig visuele hinder meer van te vrezen/zien behalve een groot aantal borden waar men heen kan, maar het gaat nu juist om het stuk aanlanding vanaf de kanaaloever dat veel hóger komt dan de weg en dat is het merendeel, tot 13m hoogte. Dat blijft een hinderlijk visueel obstakel en kan dus zoals deze thans is ingetekend/gepland géén “cultuurhistorisch karakter “krijgen , laat staan dat “de sfeer” aldus zou kunnen worden zoals regel 6 blz 26 zo ijverig stelt. Gezien het ontbreken van een verantwoord Programma van Eisen moet hier het ergste worden gevreesd. Hoewel bomen in de planologie geen functie hebben (visueel uiteraard van eminent belang) wordt de aantasting van het landschap gebagatelliseerd omdat er slechts “weinig “bomen zullen sneuvelen.

9.Pag 26 regel 15 van onderaf: t.a.v. “ de landschappelijke en ruimtelijke inpasbaarheid van de FUNCTIE is in dit bestemmingsplan aangetoond” merken wij op: ja, de functie zal er mogelijk wel zijn of tzt komen, maar een B.Pl. moet nu juist de planologische waarden en ontwikkelingen beschermen en stimuleren maar heeft zeker niet tot taak de functionaliteit van een kunstwerk aan te tonen. Deze is overigens zeer twijfelachtig tenzij tegelijkertijd een aantal bredere ontwikkelingen en wijzigingen worden uitgevoerd: het ontbreekt de gemeente ten enenmale aan over- en inzicht daarin. Mocht bedoeld zijn dat er grote behoefte bestaat aan deze verbinding dan zou Uw Raad eens moeten kijken naar de gebruiksfrequentie van de fietsbrug over de Gaasp bij Huize Landlust die loopt van de Bijlmermeer naar knooppunt Diemen: deze wordt zeer zelden of nooit gebruikt; de fietsers die nu van Abcoude naar Weesp-Nigtevecht willen fietsen kunnen veel beter blijven genieten van het Gein tot aan Driemond en de AR-kanaalbrug nemen en vervolgens langs de Golfbaan het fraaie brede fietspad naar Nigtevecht. M.a.w. de fietsbrug in deze verschijningsvorm en op deze locatie is volstrekt overbodig, voorziet niet in een behoefte en is een geldverslindende hobby van een paar gedeputeerden en een groep hobbyisten-deskundigen die zichzelf het Kwaliteitsteam heeft genoemd.

10.Pag 27 regel 18 ad“ de aannemer de ruimte te bieden om tot een excellent ontwerp te komen”. Zie hierboven: zonder doortimmerd PvE is deze aanbesteding een schot in het duister. Het Kwaliteitsteam kiest straks met de provincies voor het goedkoopste en gezien de taakstelling aan inschrijvers voor het  minst transparante, lees: zeer waarschijnlijk voor het landschappelijk meest storende ontwerp. Daarmee acht het Kwaliteitsteam aan haar opdracht te hebben voldaan om de Waterlinie te ontwikkelen: landschappelijke bescherming en maatschappelijk draagvlak  zijn secundair : terwijl het gezien de lokale ontwerpen zoiets moois, duurzaams en met optimaal draagvlak had kunnen worden. Met schending van o.m. deze principes moet het bestemmingsplan nietig worden verklaard.

Conclusie:

De Raad van Stichtse Vecht wordt verzocht van bovengenoemde zienswijzen kennis te nemen en het concept-bestemmingsplan Fietsbrug bij Nigtevecht dd 13 oktober te verwerpen/niet aan te nemen.

Hoogachtend, mr J.A.L.Rehbock, Nigtevecht

NB op 23 november 2013 per mail verzonden aan:

-De Gemeenteraad van Stichtse Vecht

-Het College van B&W

– wethouder R.O. mr F. Zivkovic-Laurenta

– mr Tom van Es

en tevens  op 23 november 2014 ter post bezorgd en verzonden

VPC zienswijze ontwerpbestemmingsplan Krijgsman

Gemeente Muiden De gemeenteraad Postbus 3 1398 ZG Muiden

Betreft: zienswijze ontwerpbestemmingsplan de Krijgsman

Datum: 11 juli 2014

Geachte leden van de raad,

Na het inspreken van de Vechtplassencommssie bij de behandeling van het ambitiedocument op 6 februari 2014 heeft de Vechtplassencommissie het ontwerpbestemmingsplan uitgebreid bestudeerd en wil hier de volgende opmerkingen plaatsen over het onderhavige plan:

– De mogelijkheden van het plan Het gehele plan is erg globaal en laat nog veel vragen over. Een deel hiervan zal uitgewerkt moeten worden in het beeldkwaliteitsplan. Dit schept zeker mogelijkheden, maar hier zal een grote zorgvuldigheid worden gevraagd. Wij vinden toetsing van het bestemmingsplan zonder beeldkwaliteitsplan in feite onvolledig. Wij betreuren het dat in het begeleidend kwaliteitsteam geen neutrale deskundige(n) zijn opgenomen die waken over de kwaliteit van rood en groen.

– Oppervlak robuust groen Wij hebben ernstige bezwaren tegen de wijze waarop het groenbeleid in het ontwerp wordt behandeld. In het ontwerp wordt melding gemaakt van 24,9 ha robuust groen dat in het plan verwezenlijkt zou worden. Bij de beschrijving van de huidige situatie wordt gesproken van 35 ha houtopstand en water. Er gaat dus 10 ha verloren. In de plankaart kunnen wij slechts 5,5 ha robuust groen terug vinden, dit is het westelijk gelegen rietgebied. De rest zou dus gevonden moeten worden op andere plaatsen. In het plan wordt daarbij vooral gewezen op het plandeel “De Erven”. In dit deel van het plan worden 100 woningen gerealiseerd, voor een deel op bestaande locaties. Op geen enkele manier wordt in de beschrijving van dit plandeel het robuuste groen gegarandeerd. De huizen worden omgeven door tuinen. Dit geeft geen enkele bescherming van de waarden van het groen. Over de wijze van beheer van het openbare groen wordt slechts terloops iets vermeld. Wij zijn van mening dat het plan op dit punt moet worden verbeterd, zeker voor het plandeel De Erven.

– Vogelhabitat Uit de ornithologische inventarisatie blijkt dat in het gebied de matkop en de nachtegaal voorkomen. Dit wijst op een systeem dat rijk is aan zangvogels en om een speciale bescherming vraagt. Het behoud van deze rijkdom aan zangvogels zal het leefklimaat voor de toekomstige bewoners zeer positief beïnvloeden. Wij vinden dat het plan moet worden aangevuld met een beschrijving van maatregelen om dit milieutype van dicht struweel en onkruidvegetaties te behouden. Daar het groenbeleid straks in handen komt van de gemeente verwachten wij hier van de gemeente een op robuuste natuur gericht beleid. Het op pag. 70 geschetste beleid geeft ons in dit opzicht onvoldoende waarborgen en delen wijzen zelfs in de verkeerde richting.

– Het IJmeer Eén van de aantrekkelijke aspecten van het plan is de nabijheid van het IJmeer. De aanwezige wielen herinneren aan de historische relatie tussen het gebied van de Krijgsman en de Zuiderzee. In het ontwerpbestemmingsplan wordt op geen enkele manier aandacht geschonken aan deze bijzondere relatie. Het wordt als fenomeen genoemd maar nergens krijgt het plan extra waarde door de relatie tussen het gebied van de Krijgsman en de Zuiderzee verder uit te werken. In dit opzicht is het voor de commissie ook niet duidelijk hoe de waarden van de langs de Zeedijk gelegen volkstuinen in de toekomst worden behouden.

– De bebouwing In het ontwerp worden mogelijkheden gecreëerd om tot een voor onze commissie acceptabele invulling met woningen te komen. Er wordt extra aandacht geschonken aan de invulling van het cultuurhistorisch belangrijke deel De Batterij. Een bouwhoogte van drie verdiepingen inclusief kap geeft mogelijkheden voor een goede invulling. Wel missen wij hoe de aansluiting wordt gevonden met de reeds bestaande bouw aan de oostzijde van het plangebied. De plannen van de wegenstructuur en de waterwegen zijn goed doordacht. Wel missen wij de mogelijkheid om een goede verbinding te garanderen met de eventueel te ontwikkelen buitenhaven. Wij zijn van mening dat de op de verbeelding aangegeven algemene maximale aantallen bouwlagen en bouwhoogten per plandeel te weinig genuanceerd zijn vastgesteld. Dit geldt in het bijzonder voor de zuidwesthoek van het gebied, direct grenzend aan het enige stuk natuur dat ongemoeid wordt gelaten (de Rietalenden). In enkele plandelen daar wordt een algemene maximale bouwhoogte van 24 m toegestaan. Als accent zouden wij ons daar wellicht in kunnen vinden maar zo ongenuanceerd als het nu is opgenomen vinden wij dat landschappelijk ongewenst. In de plannen wordt gesproken van enkele hogere appartementengebouwen met een gemengde functie.

Conclusie.
De Vechtplassencommissie herkent in het ontwerpbestemmingsplan mogelijkheden om tot een goede planvorming te komen. Toch vinden wij het gehele plan te globaal. De commissie mist hierbij echter vooral de invulling van het robuuste groen. Voor de invulling hiervan zijn onvoldoende richtlijnen en garanties opgenomen. De Vechtplassencommissie zal ernaar blijven streven om de hier genoemde aspecten beter gegarandeerd te krijgen in het uiteindelijke bestemmingsplan.

Hoogachtend,

Namens het bestuur van de Commissie voor de Vecht en het Oostelijk en Westelijk Plassengebied,

M.C. Smit-van Donselaar voorzitter & L.R.Mur bestuurslid

Ontwerp-dijkverbeteringsplan Horn- en Kuijerpolder

2014-06-03: Ontwerp-dijkverbeteringsplan Horn- en Kuijerpolder vastgesteld

Op 3 juni 2014 heeft het bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht het ontwerp-dijkverbeteringsplan Horn- en Kuijerpolder vastgesteld. Deze dijk aan de Eilandseweg ligt in de gemeente Wijdemeren en heeft een lengte van 5,5 km. Uit toetsing is naar voren gekomen dat de dijk op sommige plaatsen te laag of niet sterk genoeg is. Vandaar dat de dijk over een lengte van 1,8 km. wordt verbeterd zodat deze voor de komende dertig jaar weer op orde is.

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht is o.a. verantwoordelijk voor veilige dijken. Gerard Korrel, verantwoordelijk bestuurder van het waterschap: ‘Er ligt nu een ontwerp-plan wat we tijdens een bewonersavond zullen presenteren. We hebben met direct betrokkenen nauw contact gehad en zoveel mogelijk rekening gehouden met hun wensen. Maar natuurlijk hebben ze nog de mogelijkheid om in te spreken. Het Dagelijks Bestuur weegt al deze belangen zeer zorgvuldig af voordat we tot een definitief plan komen en ervoor zorgen dat de dijk Horn- en Kuijerpolder de komende dertig jaar weer aan de veiligheidseisen voldoet.’

Het waterschap controleert periodiek de dijken. Wanneer deze niet hoog en sterk genoeg blijken, start een dijkverbetertraject. In het ontwerp-dijkverbeteringsplan is opgenomen welke werkzaamheden het waterschap wil uitvoeren om ervoor te zorgen dat de dijk weer voldoet aan de gestelde eisen. Ook wordt in het ontwerp-dijkverbeteringsplan toegelicht hoe de werkzaamheden worden uitgevoerd en is beschreven welke voorzieningen worden getroffen om nadelige gevolgen voor de omgeving ongedaan te maken of te beperken.

Inzien van stukken: Het ontwerp-dijkverbeteringsplan Horn- en Kuijerpolder ligt van 13 juni t/m 24 juli 2014 ter inzage. Ook zijn de stukken te raadplegen op AGV-dijken http://www.agv.nl/plannen/dijken/horn-en-kuijerpolder/. Bewoners en andere betrokkenen worden tijdens een bewonersavond op 30 juni 2014 door Waterschap Amstel, Gooi en Vecht geïnformeerd over het ontwerp-dijkverbeteringsplan en de inspraakmogelijkheden.

Cultuurmanifest Stichtse Vecht

Als we de cultuur willen behouden, moeten we haar blijven scheppen.
 Johan Huizinga

Als je vertelt dat je in de Vechtstreek woont kijken mensen je wel eens jaloers aan. Een welvarend stukje Holland tussen de twee meest vitale steden van het land. Een oase van rust en schoonheid te midden van haast en drukte. Een streek die wordt gekenmerkt door een landschap dat een rijke geschiedenis vertelt, een rivier die de natuur tot het hart van de wereld maakt, bewoners die meer dan gemiddeld betrokken zijn op hun omgeving.

Het mooie van dat oude landschap en erfgoed in de Vechtstreek is dat het je doet beseffen dat je onderdeel bent van de geschiedenis. Een geschiedenis die niet allen ver teruggaat, maar juist daarom, ook potentie heeft om nog lang voort te duren. De keuzes van vandaag zijn daarom niet alleen keuzes voor vandaag, of de komende vier jaar, het zijn evenzeer keuzes voor de echt lange termijn.

Negen stellingen over de toekomst van cultuur in de gemeente:

1. Cultuur is een waarde op zichzelf Cultuur is een ander woord voor beschaving. Het is onze geschiedenis en daarom onze toekomst. Het is hoe we met elkaar omgaan. Zonder cultuur geen democratie, geen verkiezingen, geen debat over de toekomst. Cultuur bindt de samenleving, biedt basis voor samenwerken, samenleven , veiligheid.

2. Cultuur is niet vrijblijvend Watzalawick leert dat je niet niet kunt communiceren. Wie zwijgt communiceert dat hij zwijgt. Zo kan je ook niet niet een cultuurbeleid hebben. Je beleid ìs immers cultuur; een uitdrukking van je waarden en normen. Bestuurder die zeggen geen cultuurbeleid te willen voeren, kiezen daarmee voor afbraak van de cultuur.

3. Cultuur is in een toekomstige economie van onschatbare waarde (kennis en productiecapaciteit zijn overal, erfgoed is uniek) We leven in een tijd dat vrijwel alle keuzes financieel en economisch worden gelegitimeerd. Of het gaat om onze gezondheid, om mensenrechten, verkeer, Europa…’het gaat tenslotte om de economie.’ Daarbij zien we soms over het hoofd dat cultuur een waarde op zichzelf is. In de wereld van management en bestuur zijn cultuur en strategie steeds meer synoniem aan het worden. Maar als we echt naar de economie kijken moeten we anders kiezen dan we nu doen, dan moeten we investeren in dat waar we toekomst in zien. Nog maar vijftig jaar geleden hadden we in Nederland een indrukwekkende industrie. Veel daarvan is vertrokken naar lagelonenlanden. Daarna kwam een diensteneconomie op en gedurende enige tijd dachten economen dat Nederlands toekomst lag in de kenniseconomie. Het handwerk elders, maar het denkwerk hier. Nog maar tien jaar geleden ondersteunden we China bij het opzetten van wetenschapsbeleid. Momenteel studeren er vier keer zoveel Chinezen als Amerikanen jaarlijks af. In 2020 hebben 195 miljoen Chinezen een bachelordiploma (evenveel als de helft van de bevolking van Europa). Onze kennisvoorsprong slinkt met de dag. Op één aspect heeft Europa iets te bieden waar men elders in de wereld grote waarde aan hecht: geschiedenis en cultuur. Dat is dus ons kapitaal. Dat kapitaal vraagt om onderhoud en actualisatie.

4. Zeggen dat cultuur geen kerntaak van de gemeente is (en het dus niet meer doen), is het failliet van de lokale democratie Het huidige college heeft zich uitgesproken voor het beperken tot wettelijke taken. Cultuur hoort daar niet bij. Een gemeente die dat uitspreekt ziet niet in dat de taak van de gemeente per definitie breder is dan de wettelijke. Een gemeente is geen filiaal van de rijksoverheid, maar een zelfstandig gelegitimeerde overheid die eigen keuzes maakt. Beperken tot door het rijk opgelegde taken is democratische armoede. Dan hoeven we ook niet meer naar de stembus.

5. Vrijwilligers werken vrijwillig De participatiesamenleving veronderstelt dat burgers taken van de overheid overnemen. Mantelzorg, hulp in de klas, noem maar op. De cultuursector bestaat van oudsher vooral door vrijwilligers, mensen die al van de participatiesamenleving waren voor het begrip ontstond. Dat doen die vrijwilligers uit liefde voor de cultuur, uit besef van verantwoordelijkheid als burger of om iets zinvols te kunnen doen. Sommigen vele uren per week. Teveel taken van de gemeente over de heg van de vrijwilligers kieperen kan contraproductief werken. Vrijwilligers voelen het niet langer als vrijwillig en haken af. De kruik gaat zolang te water tot hij barst. Vrijwilligers zijn te motiveren als de gemeente partner is, medeverantwoordelijkheid neemt, de cultuur even serieus neemt als de vrijwilligers, in woord èn daad.

6. Cultuur is niet gratis, het komt niet vanzelf, het is het gevolg van aandacht, liefde, prioriteit Cultuur vraagt om onderhoud, onderhoud is doorinvesteren. Dat wordt zichtbaar in beschikbare budgetten, inhoudelijke keuzes, prioriteiten. En maar in heel beperkte mate in lippendienst.

7. Een cultuurportefeuille zonder ambtelijke ondersteuning is symboolpolitiek De bezuinigingen op cultuur hebben de ambtelijke capaciteit met die taak gedecimeerd. De subsidieverdeling de deur uitgedaan. De wethouder cultuur is daarmee een Jan zonder land geworden, een quantité negligable. Als cultuur een serieuze factor moet zijn in de integrale beleidsvorming in de gemeente, kan de wethouder cultuur niet zonder ondersteuning die vanuit cultuurperspectief inbreng levert in beleidsvorming. Juist ook vanwege de beperkte middelen vraagt cultuur om politiek gewicht. Het zou daarom goed zijn als de portefeuille cultuur zou worden ondergebracht in de portefeuille van de burgemeester.

8. Een gemeente met zoveel cultureel kapitaal dient dat te onderhouden en ontwikkelen. Zo niet: kapitaalvernietiging Niet onderhouden leidt tot achterstallig onderhoud, tot verwaarlozing. Teveel achterstallig onderhoud leidt tot sloop.

9. Recreatie en toerisme zijn afgeleide van het aanbod Waarom komen toerisme naar de Vechtstreek? Omdat het een unieke combinatie van cultuur en natuur biedt. Een oud cultuurlandschap, prachtige monumenten, de geschiedenis van de Hollandse welvaart, de rust tussen twee oude grote steden. Als je meer toerisme wilt begint dat bij het onderhoud en de doorontwikkeling van het aanbod. De huidige prioriteit van recreatie en toerisme boven cultuur is beginnen aan de verkeerde kant.

Concept Jaap van het Hek