Het belang van waterplanten in de schoongemaakte Vecht
In het Ballastgat, deel van de Vecht nabij Weesp, Nederhorst en Nigtevecht, zijn kooien geplaatst om de plantengroei te stimuleren na het grote sanering van de Vechtbodem in de afgelopen jaren.
Bart Specken, ecoloog bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, duwt behendig een onderwatercameraatje op een selfiestok in het donkere water van het Ballastgat, een voormalige afvalstortput aan de Vecht. “Hier groeit van alles’’, had hij draaiend aan het roer van een waterschapsbootje beloofd.
En ja hoor, voor het oog van de camera: een wuivend groen tapijt van smalle waterpest. Op de achtergrond zwemmen wat jonge blankvoorntjes. En, heel bijzonder, in een flits scheert de camera langs het groot nimfkruid, een zeldzame waterplant die voor het eerst in de Vecht wordt gezien.
Van dit soort onderwater-beelden wordt Specken erg blij. Ze vormen het bewijs dat het de goede kant opgaat met de oude Vecht. Als er planten groeien, is er leven voor libellelarven, waterkevers, kikkervisjes, slakken en salamanders.
Dat is weleens anders geweest. Juist hier in het Ballastgat, een afgegraven deel van de Aetsveldsepolder bij Nigtevecht, waar het waterschapsbootje vandaag dobbert. De rotzooi, waaronder chemisch afval, die jarenlang is gestort in de diepe, voormalige zandwinningsput voor de aanleg van snelweg A2, ligt er nog steeds. De put was zo diep dat leeghalen geen optie was bij een grootscheepse sanering van de vervuilde Vecht. Er is een dikke laag afdekzand op het slib gelegd. Zo is de troep min of meer geïsoleerd. Met periodieke metingen wordt gecontroleerd of de afdeklaag dicht blijft. Bij de oevers van de voormalige stortput is de opgebrachte zandlaag wat dikker, om ondiepten te maken – zodat zonlicht de nieuwe zandbodem kan bereiken. Dat is gunstig voor plantengroei. En het lukte: er zit weer leven in het Ballastgat.
Kooien
In dit voor scheepvaart afgesloten binnenmeertje is ook een bijzonder experiment gaande om waterplanten terug te krijgen in de Vecht. In het water vlakbij de rietkraag staan kooien, 700 vierkante meter in totaal. Het is de trots van ecoloog Bart Specken. Twee jaar geleden zijn die kooien geplaatst op de nieuwe zandbodem van het Ballastgat. Ze zijn rondom dichtgemaakt met fijnmazig gaas.
Het is een uniek project om waterplanten een kans te geven tot wasdom te komen. Jonge waterplanten zijn delicatessen voor sommige watervogels. Specken bedacht een plan om waterplanten een betere kans te geven tot ontwikkeling te komen. Vandaar die kooien. In de afgeschermde constructie kunnen waterplanten groeien. Voor zover bekend is het systeem nooit eerder in Nederlandse wateren toegepast. Met de kooiconstructie werd voorkomen dat jonge scheutjes voortijdig werden weggeknabbeld door waterdieren.
Het blijkt te werken. Specken: “Voor het echte herstel van de Vecht zijn waterplanten noodzakelijk. Ze zorgen voor voeding, schuilplaatsen en voor zuurstof in het water. De oevers van de Vecht zijn vaak prachtig met al dat riet en andere planten, maar veel belangrijker is het onderwaterleven. Waterplanten hebben een gezonde bodem en helder water nodig. Als er weer planten groeien, weet je dat de kwaliteit goed is. We zien dat in de kooien, maar ook ernaast, veel groeit. Binnenkort halen we ze weg en moeten de planten zich op eigen kracht vermeerderen. We hopen dat de zaadjes zich via het water over een veel groter gebied verspreiden. Dan wordt dit een soort kraamkamer voor de Vecht.’’
Grof hoornblad
Specken kijkt reikhalzend uit naar het moment dat er weer volop grof hoornblad, tenger fonteinkruid en aarvederkruid in de Vecht groeit. Zijn kooienproject werd in 2004 op kleinere schaal getest en toen al bleek dat het systeem werkte. “Je moet je afvragen of je de natuur op deze manier mag helpen. Zijn we niet aan het tuinieren in plaats van beheren? Maar aan de andere kant, de mens beperkt de natuur ook door bijvoorbeeld de steile oevers die we hebben gemaakt langs grote delen van de Vecht. Daar kan maar weinig groeien. Dan mag je elders de natuur soms ook wel een klein beetje helpen.’’
De bodem van de Vecht zelf is na de sanering van de rivier vrij ingrijpend aangetast. Oude zaadbanken zijn toen ook weggebaggerd. “Zeker sinds de jaren negentig is er in de Vecht nog nauwelijks plantengroei geweest. Dan wordt het moeilijk voor een rivier om op eigen kracht weer plantengroei te ontwikkelen. Vandaar dat we wat helpen.’’
Er zijn plannen om ook stroomopwaarts, in de buurt van Maarssen, kooien te plaatsen om het bodemleven te stimuleren. Daar ligt ook een voormalige onderwater-stortplaats: Het Slijk. Ook hier is leeghalen van de afvalput geen optie. Bij Het Slijk is wel een drempel neergelegd om te voorkomen dat vervuiling in de Vecht stroomt. En ook hier zijn plannen om met een zandlaag de oude vuilstort af te dekken en te isoleren.
Een open riool van 42 km lang
Pieter Kruiswijk, bestuurder van het waterschap AGV: De Vecht, 42 kilometer lang, is decennia gebruikt als een riool: tal van bedrijven, ook chemische, loosden rechtstreeks op de rivier. Woonboten en veel huizen langs de Vecht lieten rioolwater ongezuiverd weglopen. Verouderde rioolwaterinstallaties loosden hun nog vuile water in de Vecht. Vissers vingen brasems met gezwellen. Bij muggenlarven uit het slib van de Vecht werden genetische afwijkingen geconstateerd. De rivier, waarvan de oorsprong dateert uit 600 voor Christus, was in de jaren tachtig zo dood als een pier.
In de jaren negentig werd besloten tot een omvangrijk restauratieplan. De Vecht viel toen nog onder Rijkswaterstaat. In 1996 zou het beheer van de rivier overgaan naar het waterschap, dat later Amstel, Gooi en Vecht ging heten. Voorwaarde voor overname was dat de Vecht eerst grondig zou worden gesaneerd, vertelt Pieter Kruiswijk, veehouder in Loenersloot, en bestuurder van het waterschap.
“Wij hebben als waterschap onze nek uitgestoken. We hebben uitvoerig onderzoek gedaan naar wat er moest gebeuren om de Vecht weer gezond te krijgen. We hadden drie pijlers: de oevers moesten worden aangepakt, we hebben twaalf kilometer natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook moest de waterkwaliteit omhoog en de bodem moest worden gesaneerd. Met dat plan zijn we naar het Rijk gestapt. Ons gedetailleerde plan gaf de doorslag om geld beschikbaar te stellen. Alle doelen zijn zo goed als gehaald en daar zijn we ontzettend trots op. We krijgen weer een gezonde Vecht.’’
Er is 2,4 miljoen kubieke meter ernstig vervuild slib van de bodem van de Vecht geschraapt. Het meeste daarvan is gestort in IJsseloog, een 45 meter diep slibdepot dat is aangelegd in het Ketelmeer bij Kampen. Dit kunstmatige eiland met een diameter van een kilometer is omringd door een dijk van tien meter hoog. Het verontreinigde slib kan niet in contact komen met het oppervlaktewater.
De sanering, waarbij ook enkele zijriviertjes van de Vecht zijn meegenomen, kostte 82 miljoen euro. Er zijn nog wel wat knelpunten, zoals de lozing van de rioolwaterzuivering van de stad Utrecht. Die zorgt nog steeds voor vervuiling. In 2019 moet een nieuwe installatie dat probleem oplossen. Ook de uitspoeling van meststoffen uit landbouwpercelen naar het polderwater dat door gemalen in de Vecht wordt gepompt, zorgt nog voor belasting van het water.
Bron: Trouw
en http://www.groenehartmedia.info/vecht-leeft-weer/?utm_medium=email&utm_campaign=De+Groene+Flits+560%2C+11+september+2017&utm_source=Groene+Hart+Media&utm_term=Groene+Hart+Media