Mei 2014 – bron:
GROENE HART – Na de boeren lijken nu ook de natuurorganisaties zelf last te krijgen van de explosieve groei van het aantal in Nederland verblijvende ganzen. Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Zuid-Hollands Landschap staan voor een duivels dilemma. Moeten ze asiel bieden aan de zich ongebreideld voortplantende ganzen en daardoor afscheid nemen van sommige, met zoveel zorg beschermde dieren- en plantensoorten? Of ganzen gaan doden? Niet bepaald leuk voor je imago als natuurbeschermer.
De grauwe gans voelt zich tegenwoordig zo thuis in Nederland dat hij er niet meer weg wil. Er zijn genoeg rustige plekjes in natuurgebieden en de snackbar is in de buurt: overal heerlijk mals sappig boerengras in overvloed.
De boeren krijgen tegenwoordig het hele jaar door ongewenst gevederd bezoek. Fouragerende ganzen laten de boer achter met een door de vele ganzenpoep verpest stuk grasland. Schadevergoeding claimen kan, maar is geen afdoende oplossing: het geld komt pas achteraf en het geeft een heleboel administratieve rompslomp. En welke boer vindt het nou leuk om gras te kweken voor de schadevergoeding?
Maar nu beginnen ook de natuurorganisaties de gevolgen van het ganzensucces te ondervinden. De dieren broeden en verblijven in de rust van de natuurgebieden maar door hun grote aantallen wordt ook hier schade aangericht. De ganzenpoep bemest de schrale graslanden, zeldzame planten dreigen te verdwijnen. De waterkwaliteit, met zoveel moeite op niveau gebracht, gaat achteruit.
In het Groene Hart zijn Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Zuid-Hollands Landschap actief. Staatsbosbeheer, onder meer terreinbeheerder rondom Reeuwijk en Rijnwoude, huldigt net als Natuurmonumenten het standpunt: geen jacht, tenzij.
Pim Louwaars van Staatsbosbeheer: ,,Het is een moeilijke keuze. Je neemt niet dergelijke zware maatregelen als er een andere mogelijkheid is. In onze eigen gebieden valt de schade aan de natuur nog wel mee, maar we willen onze ogen niet sluiten voor de problemen van onze buren, de boeren. In de Reeuwijkse Plassen zagen we het probleem al aankomen en van de provincie hebben we vergunning gekregen om daar eieren te ‘prikken’. Doordat de vergunning te laat kwam voor de grauwe gans, de eieren waren al te ver, hebben we duizend eieren van de brandgans geprikt, in 300 tot 400 nesten. Volgend voorjaar willen we dat bij de grauwe ganzen ook doen.’’
In het natuurgebiedje De Wilck in de Hazerswoudse polders worden voorlopig nog geen maatregelen getroffen: ,,Daar hebben dit voorjaar tien paren grauwe ganzen gebroed, nu zitten er zo’n 250 ganzen. Een groot deel is verjaagd van boerenland en vindt daar rust. Van overlast is daar nog geen sprake.’’
Zuid-Hollands Landschap denkt na over te nemen maatregelen, maar doet niets zo lang er geen goed onderbouwde rapporten en cijfers van de provincie komen. ,,En dan zullen we het per gebied en per situatie bekijken,’’ aldus een woordvoerster. Problemen zijn er wel: duizenden ganzen in het moerasgebied De Boezem in de Vijfheerenlanden bedreigen met hun mest het voortbestaan van de grote modderkruiper en het zeldzame blaasjeskruid, kranswieren en fonteinkruid.
Ook ‘exoten’ als Canadese gans en Nijlgans worden lastig: ze vreten de waterplanten in de speciaal gegraven amfibieënpoelen op en vertroebelen het water. Directeur Jan Jaap de Graeff van Natuurmonumenten legt uit dat je soms de ene diersoort tegen de andere moet beschermen. Weidevogels als de grutto dreigen het loodje te leggen door de ganzenexplosie.
,,De ganzen vreten het gras weg en vernielen nesten, waarmee de broedgelegenheid voor weidevogels verdwijnt. Op enkele locaties kiezen we nu dus voor de grutto en tegen de gans. Op beperkte schaal worden ganzen gevangen en gedood om de weidevogels te beschermen.’’
In het Groene Hart neemt Natuurmonumenten voorlopig nog geen maatregelen. Wel worden de aantallen zorgvuldig bijgehouden. Uit tellingen in de Nieuwkoopse Plassen blijkt dat de grauwe gans ook daar enorm in aantal toeneemt: in 1997 werden 7 broedparen geteld, nu 653