VPC zienswijze ontwerpbestemmingsplan Krijgsman
Gemeente Muiden De gemeenteraad Postbus 3 1398 ZG Muiden
Betreft: zienswijze ontwerpbestemmingsplan de Krijgsman
Datum: 11 juli 2014
Geachte leden van de raad,
Na het inspreken van de Vechtplassencommssie bij de behandeling van het ambitiedocument op 6 februari 2014 heeft de Vechtplassencommissie het ontwerpbestemmingsplan uitgebreid bestudeerd en wil hier de volgende opmerkingen plaatsen over het onderhavige plan:
– De mogelijkheden van het plan Het gehele plan is erg globaal en laat nog veel vragen over. Een deel hiervan zal uitgewerkt moeten worden in het beeldkwaliteitsplan. Dit schept zeker mogelijkheden, maar hier zal een grote zorgvuldigheid worden gevraagd. Wij vinden toetsing van het bestemmingsplan zonder beeldkwaliteitsplan in feite onvolledig. Wij betreuren het dat in het begeleidend kwaliteitsteam geen neutrale deskundige(n) zijn opgenomen die waken over de kwaliteit van rood en groen.
– Oppervlak robuust groen Wij hebben ernstige bezwaren tegen de wijze waarop het groenbeleid in het ontwerp wordt behandeld. In het ontwerp wordt melding gemaakt van 24,9 ha robuust groen dat in het plan verwezenlijkt zou worden. Bij de beschrijving van de huidige situatie wordt gesproken van 35 ha houtopstand en water. Er gaat dus 10 ha verloren. In de plankaart kunnen wij slechts 5,5 ha robuust groen terug vinden, dit is het westelijk gelegen rietgebied. De rest zou dus gevonden moeten worden op andere plaatsen. In het plan wordt daarbij vooral gewezen op het plandeel “De Erven”. In dit deel van het plan worden 100 woningen gerealiseerd, voor een deel op bestaande locaties. Op geen enkele manier wordt in de beschrijving van dit plandeel het robuuste groen gegarandeerd. De huizen worden omgeven door tuinen. Dit geeft geen enkele bescherming van de waarden van het groen. Over de wijze van beheer van het openbare groen wordt slechts terloops iets vermeld. Wij zijn van mening dat het plan op dit punt moet worden verbeterd, zeker voor het plandeel De Erven.
– Vogelhabitat Uit de ornithologische inventarisatie blijkt dat in het gebied de matkop en de nachtegaal voorkomen. Dit wijst op een systeem dat rijk is aan zangvogels en om een speciale bescherming vraagt. Het behoud van deze rijkdom aan zangvogels zal het leefklimaat voor de toekomstige bewoners zeer positief beïnvloeden. Wij vinden dat het plan moet worden aangevuld met een beschrijving van maatregelen om dit milieutype van dicht struweel en onkruidvegetaties te behouden. Daar het groenbeleid straks in handen komt van de gemeente verwachten wij hier van de gemeente een op robuuste natuur gericht beleid. Het op pag. 70 geschetste beleid geeft ons in dit opzicht onvoldoende waarborgen en delen wijzen zelfs in de verkeerde richting.
– Het IJmeer Eén van de aantrekkelijke aspecten van het plan is de nabijheid van het IJmeer. De aanwezige wielen herinneren aan de historische relatie tussen het gebied van de Krijgsman en de Zuiderzee. In het ontwerpbestemmingsplan wordt op geen enkele manier aandacht geschonken aan deze bijzondere relatie. Het wordt als fenomeen genoemd maar nergens krijgt het plan extra waarde door de relatie tussen het gebied van de Krijgsman en de Zuiderzee verder uit te werken. In dit opzicht is het voor de commissie ook niet duidelijk hoe de waarden van de langs de Zeedijk gelegen volkstuinen in de toekomst worden behouden.
– De bebouwing In het ontwerp worden mogelijkheden gecreëerd om tot een voor onze commissie acceptabele invulling met woningen te komen. Er wordt extra aandacht geschonken aan de invulling van het cultuurhistorisch belangrijke deel De Batterij. Een bouwhoogte van drie verdiepingen inclusief kap geeft mogelijkheden voor een goede invulling. Wel missen wij hoe de aansluiting wordt gevonden met de reeds bestaande bouw aan de oostzijde van het plangebied. De plannen van de wegenstructuur en de waterwegen zijn goed doordacht. Wel missen wij de mogelijkheid om een goede verbinding te garanderen met de eventueel te ontwikkelen buitenhaven. Wij zijn van mening dat de op de verbeelding aangegeven algemene maximale aantallen bouwlagen en bouwhoogten per plandeel te weinig genuanceerd zijn vastgesteld. Dit geldt in het bijzonder voor de zuidwesthoek van het gebied, direct grenzend aan het enige stuk natuur dat ongemoeid wordt gelaten (de Rietalenden). In enkele plandelen daar wordt een algemene maximale bouwhoogte van 24 m toegestaan. Als accent zouden wij ons daar wellicht in kunnen vinden maar zo ongenuanceerd als het nu is opgenomen vinden wij dat landschappelijk ongewenst. In de plannen wordt gesproken van enkele hogere appartementengebouwen met een gemengde functie.
Conclusie.
De Vechtplassencommissie herkent in het ontwerpbestemmingsplan mogelijkheden om tot een goede planvorming te komen. Toch vinden wij het gehele plan te globaal. De commissie mist hierbij echter vooral de invulling van het robuuste groen. Voor de invulling hiervan zijn onvoldoende richtlijnen en garanties opgenomen. De Vechtplassencommissie zal ernaar blijven streven om de hier genoemde aspecten beter gegarandeerd te krijgen in het uiteindelijke bestemmingsplan.
Hoogachtend,
Namens het bestuur van de Commissie voor de Vecht en het Oostelijk en Westelijk Plassengebied,
M.C. Smit-van Donselaar voorzitter & L.R.Mur bestuurslid