2470
post-template-default,single,single-post,postid-2470,single-format-standard,stockholm-core-2.4,select-theme-ver-9.6.1,ajax_updown_fade,page_not_loaded,paspartu_enabled,,qode_grid_1200,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-7.1,vc_responsive

Landelijke registratie van landschapselementen

Landelijke registratie van landschapselementen lijkt haalbaar

Ondanks de relevantie van landschapselementen ontbreekt het aan een goede registratie ervan. Anne van Doorn van Wageningen Environmental Research heeft nu in samenwerking met LandschappenNL in opdracht van het ministerie van Economische Zaken een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar mogelijkheden om deze registratie in te voeren.

Landschapselementen in het landelijk gebied zijn belangrijk. Zowel de Landschapsbrief van staatssecretaris Van Dam van oktober 2016, als het advies ‘Verbindend landschap’ van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) van november 2016 onderstreept het belang van het landschap. De RLI wijst daarbij ook op de verantwoordelijkheid van de overheid om de kwaliteit van het landschap te borgen.

Landelijke basisregistratie
De haalbaarheidsstudie van Wageningen Environmental Research en LandschappenNL toont een drietal varianten voor registratie. Op dit moment al is er een registratie via vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Daarnaast is er de optie van een basisregistratie. Hierbij wordt gezorgd voor een infrastructuur van ruimtelijke data met een gemeenschappelijke bronhouder die registreert op basis van aangeboden gegevens van landschapselementen. Het risico hiervan is dat de overheid voor het inzamelen van gegevens, en dus voor de uitvoering van het beleid, afhankelijk wordt van derden, waardoor de effectiviteit beperkt is. Om de registratie goed op te zetten moet worden toegewerkt naar een landelijke basisregistratie met een bronhouder die zorgt voor volledige inwinning van alle relevante gegevens.

Beleidsambitie waarmaken
Een landelijke basisregistratie met een bronhouder vraagt een eenmalige investering van 4,68 miljoen euro met 1,8 miljoen euro aan jaarlijkse beheerkosten. Daar staat tegenover dat de overheid zo boeren effectief kan stimuleren om tot een groener en meer landschapsvriendelijk beheer te komen. Ook ketenpartijen als FrieslandCampina en decentrale overheden kunnen zo hun beleidsambities op het gebied van landschap waarmaken. Vanwege de kosten zou de overheid in eerste instantie kunnen kiezen voor een eenvoudige, vrijwillige basisregistratie, en van daaruit toewerken naar een verplichte, landelijke registratie van alle waardevolle landschapselementen.

Zie voor meer informatie het rapport Samen naar een registratie van groene en blauwe landschapselementen op de site van Wageningen Environmental Research.

bron: Wageningen Environmental Research, 13/12/16